de vondelier nr. 6 2013

Het einde van het jaar:

dat betekent dat voor mij twee zaken:

tuinders die opzeggen,

en het voorbereiden van de jaarvergadering

in het nieuwe jaar.

Over het eerste:

er zijn niet veel tuinders die hun tuin opzeggen.

Tot nu toe nog maar één.

Ik vind dat een goed teken:

dat betekent dat tuinders het naar hun zin hebben,

en ook bij machte zijn om hun tuin goed te blijven onderhouden.

Het is vervelend voor de kandidaatleden op de wachtlijst, het zei zo.

De jaarvergadering zijn we aan het voorbereiden.

Dat betekent dat Ada de jaarrekening weer gaat opstellen.

Dat alle commissies een kort jaarverslag moeten maken.

En dat we als bestuur nadenken over welke punten behandeld

worden op de komende jaarvergadering op 8 maart.

We zullen het daar natuurlijk hebben over achterstallig tuinonderhoud,

en waarschijnlijk ook over de vorm van de huurcontracten.

De huidige huurcontracten die we als vereniging met de leden

afsluiten blijken een paar juridische haken en ogen te hebben.

Hoe we dat kunnen oplossen, zullen we voorleggen aan alle leden.

                                                 Remco Visser; remcovisser01@cs.com

Wanneer ga je op vakantie als je een moestuin hebt?

Nou... in november bijvoorbeeld!

Maar waar je ook bent, de tuin is nooit helemaal weg uit je hart.

Ik kijk in elk vreemd land hoe ze ‘het’ daar doen.

Vorig jaar vertelde ik over het Atlasgebergte in Marokko;

dit jaar waren we in Nepal, waar in alle kleine dorpjes onder die

machtige besneeuwde Himalayareuzen groente wordt geteeld.

Er is immers geen winkel om de hoek, en alles wat uit het dal omhoog komt

op de ruggen van dragers is duur. De moestuin ligt lekker dicht bij huis,

je hoeft er niet op de fiets naartoe. Elk plekje wordt benut.

Deze geinige geveltuin is aangelegd tegen de drempel van een lodge in

Phakding, in het Everestgebied. In de Himalaya ligt de boomgrens

rond de 4000 meter. De mogelijkheden om groenten te

verbouwen houden daar wel zo’n beetje op. En hoe hoger je komt, hoe

kouder het wordt. Daarom moeten niet alleen planten, maar ook oogst

beschermd worden tegen (nacht)vorst. Op de volgende foto is te zien hoe

boeren hun aardappelen bewaren op het land: ze leggen ze in een kuil die

ze bedekken met aarde, en daar maken ze dan torentjes op.

In het hooggebergte kan zonnebrand het blad van kool en sla beschadigen.

Daar hebben de Nepalezen het volgende op gevonden: ze kappen

gewoon wat boomtakken af, die ze over de groentebedden heen leggen.

Niets wordt weggegooid, want na de oogst kan het hout zo de kachel in!

Ook boomblad krijgt een nuttige bestemming. Hier zie je een opslag van

blaadjes bij een huis. In het voorjaar wordt dit materiaal, vermengd met

dierlijke mest, door de grond gewerkt. Daarna gaan de jonge planten erin.

De yak is het belangrijkste dier in de Himalaya boven 3000 meter.

Hij ziet er wel een beetje woest uit, met die grote horens, maar het is een

makke klant. Op het suffige af. Dit nuttige beest ploegt het land,

brengt lasten tot 70 kilo van het ene dorp naar het andere en produceert

mest. De naks (vrouwtjes) brengen kalfjes voort en geven melk.

Ze leveren vlees, wol en beenderen Elke familie die niet straatarm is eet

jaarlijks een yak op. En laten we niet vergeten dat er

ook heel veel yakmest de kachel in verdwijnt. Hier zie je hoe de poep als

ronde koekjes wordt gedroogd tegen een stenen muurtje; de vingerafdrukken

staan er nog in! Ruiken doe je het pas wanneer de brand erin gaat.

Het is echter wel een stoffig product dat een vervelende kriebelhoest opwekt.

Maar warmte is een hoop waard in de Himalaya zodra de zon onder is.

Tekst Carla de Roode;

Foto’s Carla de Roode en Erik Schötker

Een herplaatst artikel uit De Vondelier van 2007

door de kweker van Duivenvoorden uit Lisserbroek

Eerdere artikelen in nr 3, 4 en 5.

In dit stuk zal ik het voornamelijk hebben over de

ziektes en plagen die veel op volkstuinen voorkomen.

Ik zal niet diep ingaan op ziektes die vooral bij de

beroepskwekers voorkomen. Ik ben niet heel erg op de

hoogte van de biologische bestrijding maar waar ik iets

van weet zal ik het er zeker bij zetten.

Ik draag voornamelijk dingen aan om het te voorkomen.

Zoals men zegt

"het is beter iets te voorkomen dan te genezen".

Bladluis.

Bladluizen geven op zich niet zo heel veel problemen.

Zeker buiten niet. Buiten komen veel natuurlijke vijanden voor zoals

lieveheersbeestjes, gaasvliegen, sluipwespen, zweefvliegen enz..

In de kas is de kans groter, zeker als de planten in het najaar in de kas

geplant zijn. Onder plant glas kunnen ze ook voorkomen als de ramen

er erg vroeg opgelegd worden. Voorkomen is lastig omdat ze vleugels

hebben en er heel veel soorten zijn. Heeft u al last tijdens de pluk of

ervoor dan kunt u een zeepoplossing gebruiken.

Na de pluk kunt u het gewas 2 cm boven de grond afsnijden en het

blad in de biobak gooien. Men vindt de luizen tussen de nieuwe nog

niet uitgevouwen blaadjes of op de steeltjes van de bloemtrossen.

Bodeminsecten.

Onder bodeminsecten valt een heel scala van beestjes.

Al deze beestjes vreten aan de ondergrondse plantendelen.

Ik zal er een aantal noemen met wat ertegen te doen.

Larven van lapsnuitkever en de groene bladsnuitkever (taxuskever):

Er zijn diverse soorten aaltjes die in te zetten zijn tegen deze beestjes.

Aardrupsen en emelten:

Hiertegen zijn ook diverse soorten aaltjes beschikbaar.

Engerling: Kan meegepakt worden door dezelfde aaltjes.

Ritnaalden: Hier is geen bestrijding tegen mogelijk.

Wortelduizendpoot: Hier is ook geen bestrijding tegen mogelijk.

Aardrupsen: Dit kan besreden worden met Decis.

Meeldauw.

Buiten knijpt het blad samen en komen er eerst witachtige vlekken en

later als de aantasting zwaarder is rode/bruine vlekken op.

Als er niets gedaan wordt dan sterft het blad af.

Dit is meestal aan het eind van de oogst of erna pas.

Binnen komen er witte sporenhopen op de bladeren of op de ranken

die later pas opkrullen.

Dit is een ziekte die optreed als de plant niet in een goede conditie is.

Een aantal punten die dit verergeren zijn een groot verschil tussen

dag en nacht temperatuur en luchtvochtigheid.

Onregelmatig water geven, dus te droog en daarna weer te nat.

Teveel stikstof in de voeding waardoor een weelderig gewas ontstaat.

Samen in een kas met andere gevoelige soorten zoals druiven.

Als u zorgt dat de plant in een goede conditie is dan is de kans al een

stuk kleiner dat dit voorkomt. Zit het er toch in dan is het voor een

buitenteelt raadzaam om al het blad te verwijderen 2 cm boven de

grond. Voor chemische bestrijding geef ik aan het eind een uitleg.

Rupsen.

Ze vallen vanzelf door de mand aan de schade die ze aanrichten.

De beste oplossing is het vangen ervan. Gewoon op het blad

dooddrukken of fijnknijpen. Meestal zitten ze op enkele planten.

Chemisch is er ook het een en ander te krijgen.

Spint.

Dit zijn zeer kleine spinnetjes die onder het blad zitten.

Aan de bovenkant komen zeer kleine lichtgroene en later witte vlekjes.

Daarna verdroogt het blad. Onder het blad is zeer fijn spinnenrag

zichtbaar. In de kas is het spinnenrag duidelijker zichtbaar langs de

bladranden. Er zijn roofmijten die de spint tegen gaan.

Chemisch is het ook goed mogelijk.                                  Wordt vervolgd

Beste mensen

Afgelopen jaar hebben we iedereen de gelegenheid gegeven een

snoeiles voor fruitbomen snoeien te volgen.

Wegens groot succes willen we dat dit jaar nog een keer organiseren.

Fijn voor ons is dat Peter de Jong die de vorige lessen heeft gegeven

dat nu weer met plezier wil komen doen. Er zal een ochtend- en een

middagles zijn en men kan zich voor een van deze twee opgeven.

Net als vorige keer zal er eerst ongeveer een uur theorie zijn en

daarna naar buiten. We zullen dan langs de tuinen van de aanwezige

mensen lopen en op elke tuin bij EEN boom stil staan om te bekijken

wat er het beste aan de boom gedaan kan worden. Zo worden we

geconfronteerd met allerlei verschillende situaties waarin bomen

verkeren en horen en zien we wat de oplossingen (kunnen) zijn.

In de ochtendles zal het theoretische gedeelte min of meer een

herhaling zijn van vorig jaar, in de middagles zal de theorie wat

nieuwe onderwerpen bevatten.

Per les kunnen maximaal 14 mensen deelnemen

en wordt men op volgorde van inschrijven geplaatst.

De les wordt aangeboden door de vereniging.

Datum is zaterdag 22 februari met als reservedatum zaterdag 15 maart.

Tijden: 's morgens van 9 tot 12 uur en 's middags van 12.30 tot 15.30 uur.

U kunt zich bij mij opgeven voor de les,

liefst via y.vdheijde@kpnmail.nl of anders telefonisch 023-5275714.

Geef duidelijk aan of je de ochtend- of middagles wilt volgen.

Verdere bijzonderheden, dat er iets in het programma verandert of

als deze onverhoopt niet door mocht gaan, zullen op de website

komen te staan. Het is dus aan te raden om op de ochtend van de

cursus de website te raadplegen voor de laatste informatie.

                                                           Vriendelijke groeten Yvonne

Veel tuinders strooien in het najaar, net na het spitten,

kalkkorrels op de groentebedden. Zelf doe ik dat ook, maar

nu heb ik eens opgezocht wat precies de werking is van kalk.

Kalk is geen meststof, maar zorgt wel indirect voor een goede

voeding van planten.

Kalk gaat namenlijk in de grond een chemische verbinding aan met

zuren, die erdoor geneutraliseerd worden, een proces waarbij andere

elementen vrijkomen die de grond in goede conditie brengen.

De structuur van de grond wordt verbeterd, vooral als het gaat om

kleigrond. Er ontstaat een korrelige structuur die zuurstof doorlaat,

zodat het werk van nuttige bacteriën bevorderd wordt.

De juiste hoeveelheid kalk stimuleert die bacteriën tot het afbreken

van allerlei organisch materiaal (compost, bladeren, stalmest) zodat

er humus gevormd wordt.

Kalk kan dus prima in combinatie gebruikt worden met natuurlijke

meststoffen, maar strooi inderdaad bij voorkeur aan het begin van

de winter zodat de kalk langzaam kan doorsijpelen in de grond met

behulp van regen en smeltend sneeuwwater.

In de loop van de winter en zo tegen het voorjaar kun je dan de

grond echt gaan bemesten.

                                                                                                  Jos

Beste medetuinders,

Allereerst de allerbeste wensen voor 2014.

Dat het maar weer een fijn tuinjaar mag worden.

Met veel mooi weer, maar ook op zijn tijd een lekker sappig regentje.

Wat de winkel betreft, is alles heel rustig.

Uiteraard zijn we niet veel open.

Mocht u iets willen hebben, bel gerust, dan maken we een afspraak.

Alle telefoonnummers staan voor in het blad.

                                                                  Namens het winkel team Lida

Zoals sommigen van u misschien wel weten, ben ik dit jaar verhuisd

van tuin 18 naar nummer 6.

Zoals altijd bij mij moeten er dan natuurlijk dingen veranderd worden.

In de praktijk betekende dat, dat er opnieuw bestraat moest worden,

bomen verplant, de kas opnieuw ingericht en ga zo maar door.

Na verloop van tijd was ik er even helemaal klaar mee en gooide mijn

kruiwagen op zijn kop op een stapeltje takken wat voorheen een

compostbak was geweest. Even helemaal niets meer doen.

Totdat mijn buurman ( Jan ) twee tuinen naast mij vond dat zijn tuin

nog niet groot genoeg was en een terrasje eruit ging halen om daar

ook nog tuin van te maken. Hij vroeg of ik de tegels wilde hebben en

aangezien ik nog lang niet klaar ben vond ik dat een goed idee.

Dus ik naar mijn tuin gewandeld om mijn kruiwagen te halen.

Ik til de kruiwagen op en kreeg met recht een hartverzakking van schrik.

Op hetzelfde moment vloog er een eend onder vandaan.

Tot mijn grote verbazing lag er onder de kruiwagen een nest

10 eieren erin!

U begrijpt wel dat ik dit nest natuurlijk ongemoeid wilde laten, dus de

kruiwagen weer netjes in dezelfde stand teruggelegd en de kruiwagen

van de buurman geleend.

Na een half uurtje kwam ma Duck ( zoals ik haar ben gaan noemen )

weer aangevlogen en wilde weer op het nest. Alleen vond ze mij nog

wel een beetje eng, dus ben ik voor de kas gaan zitten, zodat ik uit het

zicht was. Enige tijd later ben ik voorzichtig gaan kijken en jawel ma

Duck zat weer op het nest. Als ik naar de tuin ga, gaat heel vaak onze

hond ook mee dus heb ik een stuk gaas gespannen, zodat de hond

niet bij de kruiwagen kon komen.

Die is namelijk gek van eenden, dus dan had zij de hele dag bij die

kruiwagen staan te ruiken met waarschijnlijk tot gevolg, dat ma Duck

een lichtelijk overspannen eend was geworden.

Nu heb ik niet zoveel verstand van broedende eenden, dus heb ik

even aan Ans ( mijn buurvrouw ) gevraagd hoe lang dit feest zou

gaan duren. Haar antwoord was kort maar krachtig: het broeden

duurt 23 dagen en na 2 á 3 dagen gaan ze het water in en komen niet

meer terug in het nest. Gelukkig maar, want anders had ik een trapje

moeten maken, want die kuikens kunnen vanuit de sloot natuurlijk

nooit over die beschoeiing heen klimmen.

Op een gegeven dag ging ik weer eens kijken of ma Duck nog steeds

op het nest zat en tot mijn schrik was ze weg.

Dus ik de kruiwagen opgetild en wat bleek: de eieren waren met een

dikke laag dons bedek. Ik denk dat ze samen met haar man uit eten

zijn geweest want in de middag kwamen zij weer aangevlogen en ma

Duck wilde het nest weer op. Tot haar schrik zag zij echter een grote

hond staan en bleef maar schreeuwen.

Dus ik met hond naar buurman Jan, zodat ma Duck weer op het nest

ging zitten. En jawel na 23 dagen keek ik onder de kruiwagen en zag

dat alle eieren waren uitgekomen.

10 kuikens keken mij een beetje geschrokken aan.

De volgende morgen wilde ik van dit geheel een leuke foto maken,

maar helaas ma Duck was met haar kroost verdwenen.

Geen afscheid, geen dankjewel voor het gebruik van de kruiwagen

en tot op de dag van vandaag heb ik de familie niet meer teruggezien.

Jammer maar helaas.

Ik vond het achteraf toch wel een heel slim idee

van ma Duck om onder een kruiwagen te gaan zitten,

heerlijk uit de wind en lekker droog.

                                                                                             Harry Vis.

De Stelling van Amsterdam

Deze werd aangelegd in de periode 1880-1914 rond de hoofdstad

Amsterdam. Ze heeft een lengte van 135 km met 42 verdedigings

werken en twee vestingsteden.

De twee forten ten noorden en ten zuiden van Spaarndam werden

tussen 1882 en 1901 gebouwd en verbonden door een hoge aarden

wal. Ten westen van deze wal ligt de oude Spaarndammerpolder

met daarin kazematten.

Het land er omheen kon worden onder water worden gezet.

Al sinds de 80 jarige oorlog werd al gebruik gemaakt van het

onderwater zetten van polders als verdediging.

Krayenhoff kreeg al in het begin van de 19e eeuw opdracht een

stelling rond Amsterdam te ontwerpen.

Het idee van een kringstelling om de hoofdstad dateert eigenlijk van 1787

Krayenhoff liet in 1799 bij de Liede, Liebrug, Penningsveer en bij

Spaarndam verdedigingswerken inrichten. In 1809 werden die

versterkt met o.a. de stenen beer (dam) bij de Slaperdijk.

Een eeuw later zijn ze opgenomen in de Stelling van Amsterdam

Recreatiegebied Spaarnwouden,

de bufferzone tussen Haarlem en Amsterdam

Geschiedenis:

In 1963 begin intergemeentelijk overleg bufferzone. In 1964 volgt de

eerste en in 1966 de Tweede Nota over de ruimtelijke Ordening.

De basisplannen zouden vorm krijgen in deelplannen.

In 1975 Deelplan Dijkland. De Hekslootpolder ligt in de deelplannen

Mooie Nel en Spaarndam en het laatste plan is van 1994.

De Oude Spaarndammerpolder heeft bestemming

en de Hekslootpolder de bestemming agrarisch met natuur

met veel aandacht voor flora en fauna in een ‘veenweide’

oftewel ‘natte natuur’.

In 1969 is bijna alle grond in Dijkland en de helft in de Hekslootpolder

aangekocht ten behoeve van het Recreatieschap Spaarnwoude.

Er komt voor het gehele buffergebied tussen Amsterdam en Haarlem

een gebiedsvisie.

Een belangrijk aspect is de grondwaterst

De Hekslootpolder en Dijkland bestaan uit boezemland en wateren af

op de Rijnlands boezem.

De rest van het Recreatieschap Spaarnwoude loost op het Noordzee

kanaal. Zowel Dijkland als de Hekslootpolder lopen verdrogingrisico

en in beide polders wordt beperkte bodemdaling nagestreefd.

Dieren die voorkomen in de Hekslootpolder zijn o.a.:

                                                                              Peter van Galen

We naderen het einde als ik dit schrijf.

Doorgaans ben ik geen pessimist, dus is er geen redden aan.

Het is een aflopende zaak, gedane zaken nemen geen keer.

Tel uw zegeningen!

Wat ik bedoel te zeggen is, dat 2013 zo goed als voorbij is en 2014

met rasse schreden nadert op de kalender. De kans bestaat dat het al

2014 is, als u dit leest. Doorgaans ben ik iemand die het simpel

probeert te houden. Tijd is relatief. Hiermee wil ik zeggen dat iets

“oud” genoemd kan worden, als daar ook het begrip “jong

staat. “Zo, mijnheertje, waar gingen we zo snel naar toe…………….”,

zegt de agent als hij mij op de snelweg staande heeft gehouden

wegens vermeend te snel rijden. “Nou agent, u zegt dat nou wel, té

snel, maar wat is snel? Als u mijn snelheid vergelijkt met de snelheid

van een raket, valt het allemaal wel mee. Ja.

Als u de vergelijking maakt met een schildpad op de vlucht voor zijn

schoonmoeder, ja, dan heeft u een punt, maar we rijden nu immers

op een snelweg, het woord zegt het al.”

“Oh, hebben we hier van doen met een wijsneus, die denkt de

discussie met mij aan te gaan over, ja waar over eigenlijk………….?”.

“Nou, ziet u agent, doorgaans ben ik niet iemand, die met vage

verhalen en slappe excuses zijn welverdiende straf probeert te

ontlopen, maar uitgaande van de gemiddelde snelheid per uur en

rekening houdend met het feit dat we nu al een kwartier aan de kant

staan, loopt de ernst van de overtreding per minuut naar beneden.”

Marktconform denken is net zoiets. Doorgaans ben ik niet iemand die

snel in de pen klimt om iets recht te praten wat krom is.

Gemiddeld doe ik dat zes keer per jaar. Stel je huurt een ruimte voor

zakelijk gebruik en betaalt hiervoor 800 euro huur per maand.

Je zakelijke activiteiten voer je uit van half negen ’s ochtends tot vijf

uur ’s middags, gedurende vijf dagen per week. Hou dit vast.

Omgerekend kost de ruimte dus per maand 800 euro gedeeld door

170 uur. Dat is 4,71 euro per uur. Probleem is dat de ruimte tussen vijf

uur ’s middags en half negen ’s ochtends NIET gebruikt word

Hier lekt dus kostbaar geld weg. Het is dus zaak de ruimte zolang

mogelijk te benutten, opdat de uurprijs lager wordt. Stel je werkt door

tot acht uur ’s avonds. Dat is 11,5 uur per dag, dat is 230 uur per

maand. Delen we dit op de huurprijs, dan merk je dat de ruimte

ineens 3,48 euro per uur kost. Doorgaans ben ik niet iemand die op

de centen is, maar een marktconforme denker denkt………………

weet ik wat-ie denkt, ik wil niet weten wat-ie denkt. Ik hoef niet te

weten wat-ie denkt, het interesseert mij geen lor wat-ie denkt.

Voor mijn part houdt-ie nu acuut op met denken. In ieder geval stop

met het accepteren van dergelijke gedachtegangen en neem ik mij

voor om iedere keer wanneer ik merk, dat iemand op een dergelijke

wijze zo denkt, mijn wenkbrauwen op te trekken.

En dat zouden meer mensen in 2014 moeten doen.

Moet je kijken hoe snel het afgelopen is.

                                                                                 Fred

Ik weet niet of de vereniging W.Z.Z.O. het volgens de CAO

kan maken: één snipperdag per jaar. Maar zolang niemand

klaagt doen de bonden ook niets.

En ook ditmaal was er geen onvertogen woord te horen, zelfs niet

van degene die een boomtak op z’n hoofd kreeg. Of liever gezegd op

z'n helm ! ! Zo zie je maar weer: ga nooit in bomen zagen zonder

bescherming. De stapel takken, stronken en andersoortig afvalbeurt

was weer enorm en er ligt een enorme hoop mooie snippers.

De soep, vooral de pompoen-currysoep, was van hoge kwaliteit en

tegen drieën was de klus geklaard.

Eén snipperdag per jaar is eigenlijk wel genoeg.

                                                                                         Fred