de vondelier nr. 5 2012

Vrijdag 16 november hebben we de jaarlijkse avond met alle

commissieleden gehouden.

We bespreken met elkaar hoe het het afgelopen jaar is gegaan en

bedenken of er verbeteringen mogelijk zijn. We waren met ongeveer

16 mensen en hebben er een zinnige en gezellige avond van gemaakt.

Natuurlijk hadden we het over het onkruid. De tuin/werkcommissie

en het bestuur gaan duidelijkere criteria opstellen hoe we tuinen

zullen beoordelen. Tuinders zullen daar op aangesproken worden.

Als er geen verbetering is, zal er een gesprek met het bestuur volgen,

met ook het opzeggen van de tuin als gevolg.

Op de jaarvergadering zullen we de criteria voorleggen.

De tuin/werkcommissie heeft ook een proef gehouden met de

onkruidbrander. Dat lijkt goed te werken. De proef wordt vervolgd.

De tuin/werkcommissie zoekt ook nog naar nieuwe leden, om samen

het werk lichter te maken.

Ook het baggeren van de middensloot is besproken.

De tuin/werkcommissie zal de middensloot onder haar hoede nemen.

Bij de jaarvergadering zullen de commissie en het bestuur daar

nieuwe regels voor voorstellen.

De redactie heeft het erg druk en zoekt naarstig naar mensen die een

stukje willen schrijven.

Ook de beheercommissie kan versterking gebruiken:

voor het bijhouden van het gebouw en voor het onderhoud

aan het gebouw.

De winkel heeft ook erg goed gedraaid. Lida heeft net voor de btw verhoging

besteld en ook de verkopen gaan uitstekend.

Op de tuin zullen er weer een aantal verschuivingen plaats vinden.

Houd het mededelingenbord in de gaten als je van tuin wilt veranderen.

                                               Remco Visser: remcovisser01@cs.com

Op twee vrijdagochtenden kwam er weer een grote vrachtwagen met onze

bestellingen. Na veel duwen, trekken en slepen, staat de winkel

nu weer helemaal vol en zijn we klaar voor het nieuwe seizoen.

Wat de prijzen betreft hoefde er gelukkig niet veel aangepast te worden,

omdat de bestelling voor 1 oktober al gedaan was.

Alles is weer voorradig!

Nieuw is een middel tegen zevenblad en heermoes:

ECOstyle; Een ecologisch verantwoord product; het laat

geen residuen achter voor mens en milieu.

Het is een concentraat voldoende voor 30 vierkante meter.

Voor € 13,00 kunt u het bij ons in de winkel kopen.

Toepassing is al mogelijk vanaf 10 graden.( dus bij lagere temperaturen

al bruikbaar) Het is een contactmiddel, belangrijk is, dat het gewas

goed nat wordt gespoten en eventueel herhaalt, dit is nodig om het

uitgebreide wortelstelsel aan te pakken en de hergroei te voorkomen.

Het kan zonder problemen worden toegepast onder planten,

bomen en struiken.

Er is tuinturf om kwetsbare planten tegen kou te beschermen.

                                          Namens het hele verkoopteam:  Lida

Beste tuinders,

Het seizoen nadert waarin de meeste fruitbomen gesnoeid

kunnen worden.

Afgelopen maart hebben we een poging gedaan om voor de

mensen die daar interesse in hadden een snoeiles te organiseren.

Helaas kon dat niet doorgaan omdat Peter de Jong, die de les zou

geven, zijn hand had gebroken, vandaar dat we het opnieuw gaan

proberen.

De les bestaat uit een theoretisch gedeelte waarin de basisregels van

het snoeien worden uitgelegd en een praktisch gedeelte waarin wordt

gedemonstreerd en geoefend kan worden.

Zaterdag 23 februari zal de les zijn

van 9.00 uur tot 12.00 uur in ons clubhuis.

Bij veel belangstelling is er een tweede les ‘s middags

van 12.30 uur tot 15.30 uur.

Als de weersomstandigheden ons dwarszitten (sneeuw en vorst)

dan verzetten we de dag naar 23 maart,

waarvoor t.z.t. kan worden ingeschreven.

Graag per e-mail aanmelden via y.vdheijde@kpnmail.nl.

Bij het inschrijven willen we weten of je één (ochtend of middag) of

beide dagdelen kunt, daarbij kan de voorkeur worden doorgegeven,

waar zoveel mogelijk rekening mee zal worden gehouden.

De indeling zal op volgorde van aanmelding worden gemaakt.

De les wordt je aangeboden door de vereniging.

Graag indien mogelijk snoeischaar meenemen.

We gaan ervan uit dat het deze keer door zal gaan.

                                                 Groeten de tuin/werkcommissie

“Gespot op de tuin”

Natasja was haar onkruid tussen haar

nieuwe haagbeuk aan het wieden toen

ze uit haar ooghoeken iets zag bewegen.

Ze keek nog eens goed en zag een echt

klein monstertje. Zo gauw Natasja

bewoog ging het kreeftje dreigen met

zijn scharen. Natasja hoorde dat er ook

al andere tuinders waren die dit

monstertje in miniformaat hadden gespot.

Dat er kreeftjes worden waargenomen is

op zich een gunstig teken, deze kreeftjes

zouden alleen in schoon water kunnen leven, hoorde Natasja.

Volgens onderstaand verhaal is het toch weer minder gunstig.

Natasja de Bie, Elle van Meeteren

Zoetwaterkreeften   Published 23 augustus 2010 | By Arno

In ons land komt van nature één soort zoetwaterkreeft voor.

Kwam is beter, want de Europese zoetwaterkreeft, Astacus astacus,

was hier vroeger in beken gewoon. Door vervuiling en kanalisatie van

beken in het oosten en zuiden van het land is hij echter verdwenen,

op een paar na in de omgeving van Arnhem.

Dreigende Amerikaanse rode rivierkreeft

De aquariumhandel en de viskwekerijen zorgden voor aanvulling met

andere soorten. In 1970 werd de eerste niet-inheemse galicische

rivierkreeft, Astacus leptodactylus, gevonden. Daarna volgden nog

zeven soorten.

Het eind is nog niet in zicht. Ik heb de eer al in 1985 in Den Haag als

eerste zo’n nieuwkomer te hebben gevangen. En nu zie ik hem weer,

die Amerikaanse rode rivierkreeft, Procambarus clarkii. Mijn collega

Christine Gündisch was vorige week na een fikse regenbui op weg

naar het museum en fietste er bijna eentje plat.

Een dag later werd langs de museumvijver nog een kreeft gezien.

Nu heeft deze soort zich over een groot deel van ons land verspreid.

Zolang dat niet tegengegaan wordt, blijven we last houden.

Natuurlijke vijanden hebben ze hier niet en ze blijven zich

voortplanten. Ze eten de waterplanten op, en daar blijft het niet bij:

ze vernietigen complete levensgemeenschappen. Als bioloog die zich

met waterinsecten bezig houdt, ben ik altijd blij een water zonder

kreeften te vinden. Ik moet daarvoor steeds verder weg.

Kreeftloos water laat nog het beeld van vroeger zien met de

oorspronkelijke waterplanten, kevers, wantsen e.d.

Veel waterkevers verdwijnen, omdat hun eieren worden opgegeten.

De rode rivierkreeft kom je nogal eens tegen in restaurants als gerecht

of als versiering van visgerechten. Erg veel vlees zit er niet aan.

Wat de culinaire waarde betreft, hebben we een slechte zaak gedaan.

Onze rivierkreeft heeft veel dikkere scharen en levert meer vlees van

naar het schijnt betere kwaliteit. De paar inheemse rivierkreeften die

nog over zijn mag je niet meer eten, die zijn beschermd.

“Gespot op de tuin”

Op een natte november namiddag waren wij

op de tuin om de middensloot uit te baggeren.

De hele tuin leek uitgestorven en toen ik een

rondje over de tuin maakte om de spullen voor

het uitbaggeren te zoeken had ik ook niemand

gezien.

Terwijl we hard aan de slag waren werd het

steeds stiller en langzamerhand ook steeds wat

donkerder. De stilte werd doorbroken door een

Of er iemand op de grond sloeg met een schep.

Nieuwsgierig keek ik om mij heen. Wie was er

en wat waren ze toch aan het doen. Eerst kon ik het niet vinden

terwijl het geluid toch vanuit de buurt kwam. Toen zag ik hem of

haar. In de wilg in de buurtuin zat een specht. Ik altijd gedacht dat het

bosdieren waren.                                         Elly

Groeten

Mooi weer. Heerlijk, een middag op de tuin.

Ik fiets het pad op, daar zie ik Z., ze zwaait

enthousiast en ik zwaai terug. Buuf Y. heeft

de neus in de aardappels, zal me wel niet zien, ik zwaai toch maar.

Mijn andere buuf is over-stroomd door bezoek, die spreek ik straks

wel aan. Aan het werk. Wieden. Spitten. Het schelpenpad knerpt, wie

zou dat zijn…..? Het is W., ik roep, maar ze hoort me niet. Even later

knerpt het weer. Familie V., er wordt uitbundig gegroet over en weer.

Nu maar even doorspitten. Het pad knerpt weer (toch makkelijk),

ditmaal een fiets, uit mijn ooghoek herken ik T., maar ze is mij al

voorbij. Knerp. Oh, dat is S., die mag doorrijden.

Je kunt wel bezig blijven, spitten maar weer. Spa in de grond steken,

optillen, omdraaien, neergooien.

laten glijden, het lijkt wel op breien. Weer knerpen. Nu even geen

steek laten vallen, ik kijk niet op. Het knerpen houdt op. Even later

een por in mijn rug en de vrolijke stem van P.: “Hoor je me niet

aankomen?”. “Eh….”, zeg ik met een rood hoofd, “klei in mijn oren

van het spitten……………”. Dat krijg je ervan.

                                                                               Quinta.

“Gespot buiten de tuin”

      Er gebeuren soms interessante dingen op de volkstuin

     zoals onderstaande ervaringen weergeven.

     Sinds de datum april 2005 heb ik intussen al veel geleerd

     over de natuur in diverse vormen wat eigenlijk begon

     met de vijver uit te graven.

     Ja,dat gebeuren staat me nog helder voor de geest hoor!

Belevenissen op de volkstuin 29 (1)

Het stuk beschikbare grond van tuin 29 was een stuk verwilderde

grond geworden door tijdelijk te weinig tijd voor verzorging ervan.

Een paar geiten of schapen aldaar zou mij een boel werk hebben

kunnen besparen afgezien van het feit dat het tuin reglement zich

daar ongetwijfeld tegen zou verzetten.

Vol goede moed besloot ik zelf de zweetlepel ter hand te nemen

en te doen wat noodzakelijk was. Op dat moment had ik nog geen

vast omlijnd plan hoe de tuin ingericht zou gaan worden maar een

bepaalde spiergroep maakte mij duidelijk dat het tijd werd om mijn

spitsessie tijdelijk te staken om mij te beschermen tegen overbelasting.

Na de nodige rust en een stevige lunch hervatte ik verkwikt en

enthousiast de werkzaamheden. Met het omspitten op de helft

aangekomen, flitste het idee van een vijver mijn hoofd binnen.

In gedachten zag ik al een vijver voor me met mooie lelies, kikkers,

waterplanten, vissen en de sfeer die het in mijn gedachten

uitstraalde deed mijn enthousiasme toenemen.

Mijn plan kreeg duidelijke vormen

in mijn hoofd en door middel van een stuk touw en een stok in de

grond werd een cirkel uitgezet wat later het ”eilandje“ zou worden.

De vorm van de vijver om het eiland (een grote ovaal) werd

gemarkeerd en kon van de grasmat worden ontdaan, waarna met de

afgestoken grasplaggen het eiland werd opgehoogd.

Tijdens het uitgraven heb ik talloze ondergrondse woonstructuren

vernietigd en bodemleven op z`n kop gezet, daarvoor nogmaals mijn

oprechte excuses aan het adres van wormen, kevers larven, mieren,

torren, woelmuizen, mollen, enz.

Over de laatste twee later meer info in een volgend artikel.

Nadat op een zeker ogenblik het grondwater zich aandiende werd

het graven uiteindelijk baggeren en met een waadpak aan zwoegde ik

verder om uiteindelijk de gewenste diepte te bereiken.

De reeds in de grond aanwezige drain van geperforeerde geribbelde

slang (gedeeltelijk onderbroken door het uitgraven) kon worden

benut om een tuinslang door te steken naar de middensloot om het

benodigde water d.m.v. een pompje aan te voeren.

Omdat na enige tijd in de praktijk bleek dat het door mij automatisch

op peil houden van het water niveau mogelijk ongewenste effecten

had in de directe omgeving is na overleg met de tuinbestuurders

besloten om het grondwater de waterhoogte van de vijver te laten

bepalen. Deze formule blijkt in de praktijk goed genoeg te voldoen

om mee te werken. Na een aantal jaren verder is de vijver wisselend

vijver of moerassig, afhankelijk van de waterstand.

Inmiddels hebben zich div. waterplanten en vochtminnende

gewassen gevestigd en uitgebreid waardoor er een wisselend aanbod

is ontstaan van zwanenbloem tot watermint en van hoefblad tot

waterlelie. De hoofdbewoners, kikkers en

padden, hebben een goede schuilplaats in de oeverholletjes.

Ze doen zich te goed aan de waterplanten en alles wat er aan

insecten en andere kleine waterbewoners zwemt en

rondvliegt (vliegen, muggen, libellen, enz.).

In het voorjaar heb ik altijd het

zelfde koppeltje eenden op bezoek die het eiland tijdelijk tot hun

liefdesparadijsje verkiezen. “Hij” licht dan lekker in het

voorjaarszonnetje naar haar te kijken en bedenkt zich misschien wel

dat hij zich het prettigst voelt op “z’n eentje” ? ? ? ? ?

Wanneer zij dan besluit om weg te vliegen gaat hij er als een speer

achteraan en zal dan waken over haar welzijn.

Na enige tijd ontdek ik dan een eendennest op twee en een halve

meter boven de grond in de klimop.

Het duurt dan nog wel een poosje voordat de jonge eendjes uit het

nest worden gewipt en de familie naar de middensloot

vertrekt om daar de eerste zwem-oefeningen te genieten.

Het is inmiddels al wat herfstig aan het worden maar dat is

voor sommige insecten geen reden om de “liefde” niet te

bedrijven, zoals deze foto waar ik een minnend paartje

Onze Lieve Heersbeestjes betrapte tijdens hun innige

liefdesritueel (lijken soms wel wat op mensen, die

beestjes,toch ? ?).

Tot slot van deze ervaringen zou het geweldig zijn als er aandacht

kan worden besteed aan mijn gedachten die in mij opborrelden,

toen ik vaststelde dat er nog al wat “overproductie” van groente en

fruit was.

Het lijkt mij een goed idee om de mogelijkheid te onderzoeken

of dit overschot bij de voedselbank welkom zou zijn.

Wij weten allemaal dat er heel veel gezinnen zijn die in deze

tijd de grootste moeite hebben om zich staande te houden.

Op deze manier kunnen we door middel van onze “hobby”

ook een steentje bijdragen aan de noden van onze medemens.

                                                                          Rob van tuin 29

Waren het niet Koot & Bie die eens zeiden: “De tijd gaat snel,

bedenk dat wel……….!” Nu hebben die twee de Nederlandse

taal met meer woorden en uitdrukkingen verrijkt, maar deze is

zo tegen het einde van het jaar weer erg toepasselijk.

Of: “Het leven is een lolletje, maar wat gaat het op een holletje……!”.

Ook een goeie.

Afgelopen winter en voorjaar zaten we nog plannen te maken met

betrekking tot de tuin. Dit jaar gingen we voor een makkelijke tuin.

Niet te ingewikkelde gewassen, maar groenten die zich bewezen

hebben in de afgelopen jaren, sterk, royale oogst en niet teveel gedoe

er omheen. Oh, ja en dit jaar voor het eerst worteltjes, gewoon voor

de gein in alle kleuren van de regenboog. Het voorjaar was uiteraard

weer prachtig en de voorbereidingen verliepen soepel. Onkruid

onder de knie en niet erboven, het zaaigoed in de bakjes deed het

voorbeeldig en zelfs het ongedierte hield zich koest. Uiteraard zou

deze zomer alle andere zomers overtreffen, dus wat kon er fout gaan?

Wel, met de baas zelf ging het fout en zo belandde ik eind juni, vlak

voor de zomervakantie voor bijna twee weken in het ziekenhuis en

moest daarna nog lange tijd revalideren.

Einde oefening wat de tuin betrof, bijna einde oefening wat de baas betrof.

Uiteraard waren veel medetuinders al snel op de hoogte van de

onheilstijding en binnen no-time werd aan alle kanten hulp geboden

om de tuin onder de duim te houden, want laat je zo’n akker z’n gang

gaan dan is alras de schade niet meer te overzien.

     Voor deze fysieke en geestelijke bijstand

     vanaf deze plek mijn grote dank !

Dat gaf de burger weer moed. Voor dit jaar hebben we de tuin

afgeschreven, er moet uiteraard van alles opgeruimd worden,

dat wel, maar de lol is er af zal ik maar zeggen.

We hopen op een strenge winter met veel vorst, zodat al het onkruid

volgend voorjaar om zeep gevroren is en we al vroeg in 2013 met

schone veldjes aan de slag kunnen.

Omdat onze zomervakantie in Italië ook de mist is ingegaan, hadden

we in oktober nog een lang weekendje Zuid-Limburg geboekt om er

toch even “uit” te zijn. De foto op de omslag is het bewijs van onze

aanwezigheid aldaar en is ook symbolisch voor het afgelopen jaar:

na regen komt zonneschijn, de mist trekt langzaam weer op, achter

gindse heuvel is het gras altijd groener, van de zomer zag ik groen en

geel, waar het paard aangebonden is moet het vreten (wie gebonden

is moet zich aanpassen), gras gaat niet harder groeien als je er aan

trekt, het gras bij de buren is altijd groener, ik heb zes weken op het

apostelpaard gereden (mocht geen auto rijden…) en zo stil thuis te

moeten zitten zorgde er bijna voor dat ik met de witte perdekies naar

Velzeke reed. Wie met deze uitdrukking onbekend is moet bedenken

dat de witte perdekies (paarden) naar de ambulance verwijst, waarmee

geestesgestoorden naar het sanatorium in Velzeke werden vervoerd.

Uiteraard keken we met de aangeboden hulp een gegeven paard ook

niet in de bek. Verder leek het mij gewoon een mooie foto,

dus laten we er ook weer niet teveel achter zoeken.

Zuid-Limburg, want daar hadden we het over, is het

mooiste plekje van Nederland wat mij betreft. Het is een paar

uurtjes rijden, maar dan waan je je ook in het buitenland.

Andere taal, ander landschap, andere cultuur. Als ik dit schrijf is het

de elfde van de elfde en alleen dat al maakt Limburg uniek.

Het weekend dat wij in Zuid-Limburg waren, stonden ook de

jaarlijkse Vijlener bergfeesten gepland. En zo gebeurde het dat wij

hadden besloten om te gaan eten in het enigste boscafé van Nederland:

’t Hijgende Hert vlakbij Vijlen, terwijl in datzelfde boscafé de

feestgangers uit de nabije omgeving hun vertier daar zochten.

Mannen in lederhosen, Duitse schlagermuziek met veel hoempapa en

meer van dergelijke jolijt viel ons ten deel. Onze eerste gedacht was:

“dat hebben wij weer……………..”, maar het viel alleszins mee.

Als Randstedelingen namen wij geen deel aan de festiviteiten en

werden hiertoe gelukkig ook niet gedwongen, dit in tegenstelling tot

een Turks restaurant alwaar ik ooit zeer tegen mijn zin werd gedwongen

met een buikdanseres te buikdansen, ondanks dat ik de ober van

tevoren had gezegd van dergelijke fratsen niet gediend te zijn.

     Alaaf is aan mij niet besteed,

     laat ik het daar maar op houden.

We zijn er ook nooit meer wezen eten, mijn wraak is altijd zoeter dan

de geserveerde baklava. Het eten in ‘t Hijgende Hert was

voortreffelijk, de sfeer gemoedelijk, we werden nergens toe

gedwongen, ondanks de alcohol die uiteraard rijkelijk vloeide.

Eigenlijk hadden we een top avond en hebben elkaar beloofd hier

zeker nog eens neer te strijken als we in de buurt zijn, Vijlener

bergfeesten of geen Vijlener bergfeesten. Wel vind ik de term

“heuvelpartijtje” meer op z’n plaats, maar ik zal daar verder niemand

mee lastig vallen, zeker de inwoners van Vijlen niet, want die schijnen

erg trots te zijn op het feit dat ze zo hoog boven NAP wonen.

De moraal van dit verhaal is:

ondanks de huidige crisis, die ongetwijfeld nog enige jaren zal duren

en ondanks Veronica-op-reis, waarin de meest exotische en afgelegen

plekken op aarde worden geëtaleerd om door ons bezocht te worden

en welke plekken de meesten van ons niet kunnen bezoeken,

gewoonweg omdat dat vandaag de dag niet meer te betalen is,

kunnen we ons toch ver weg wanen in andere culturen, gewoonten

en taal op een paar uurtjes rijden met trein of auto.

Redelijk betaalbaar en vind je het niks dan ben je zo weer thuis.

En dat kan je van Azerbeidzjan niet zeggen!

                                                                                               Fred