de vondelier nr. 4 2013

De open dag in juni en de barbecueën augustus hebben we weer

achter ons.

In het bestuur merken we dat ook weer aan de onderwerpen.

Margot Semal heeft haar tuin opgezegd,

zodat we weer een nieuw lid kunnen verwelkomen.

Ook het onderhoud van het gebouw gaat gewoon verder.

De elektriciteit wordt aangepast (iets met een groepenkast en zo).

Met de tuin-werkcommissie heeft het bestuur een overleg gehad.

Daar bespreken we dan de gang op de werkbeurten,

het gereedschap en de stand van de tuinen.

Om voor ieder het tuinplezier groot te laten zijn, is het belangrijk

dat je je tuin netjes houdt, en vooral zorgt dat je buren geen overlast

hebben van bomen en onkruid.

Let ook op de hoogte van je bomen.

Aan het eind van het jaar huren we weer een versnipperaar:

daar kan je je afgezaagde takken klein laten maken.

We zijn ook op zoek naar iemand die de ontbrekende

nummerbordjes kan aanvullen.

Wil je dat doen: meld je.

We gaan dit jaar ook starten met baggerbriefjes, voor de middensloot.

Tussen 15 oktober en 5 november haal je je sloot leeg, en dan mag je

baggerbriefje afgetekend worden ingeleverd. Meer informatie volgt.

                      Remco Visser; remcovisser01@cs.com

In samenspraak met het bestuur heeft de tuincommissie dit jaar

gesprekken gevoerd met Henk Meijer van Waterschap Rijnland en

Gert Hartog – projectleider baggerwerken bij de gemeente Haarlem –

over de waterkwaliteit en het onderhoud van de sloten op en

rondom ons tuinencomplex. Sommige dingen zijn al eens eerder

aan de orde geweest, maar hier is nog een keer alles op een rijtje:

Het wel en wee van onze sloten

De middensloot

Regelmatig horen we de opmerking dat de sloot er in de eerste plaats

is voor de tuinders en dat wat er in het water groeit op de tweede

plaats komt. Het eerste klopt helemaal, maar het water kan niet

gezond zijn als er geen planten en beesten in leven.

Sterker nog, wat erin groeit is een indicatie voor de waterkwaliteit.

Zowel Henk Meijer als Gert Hartog, maar ook Dik Vonk, onze

stadsecoloog, constateerden naar wat ze in de sloot hadden gezien,

dat de waterkwaliteit van goed niveau is.

Willen we dat zo houden, dan doen we er verstandig aan om jaarlijks

een paar kleine schoonmaakacties uit te voeren:

* In het voorjaar en de zomerperiode is het van belang dat het

wateroppervlak voor minimaal 50% open is om voldoende licht voor

het leven in de sloot toe te laten.

In het voorjaar moet dus het teveel aan algengroei (de slijmerige

lichtgroene plakkaten op het water) van het water geschept worden

en in de zomer het teveel aan kroos verwijderd worden.

Hierbij dus de oproep om regelmatig een paar scheppen algen

of kroos af te romen, dat werkt beter dan twee keer je hele

slootoppervlak schoon proberen te maken, wat frustrerend is omdat

dat niet zal lukken.

* De sloot moet voldoende door kunnen stromen.

Succes verzekerd als er in het midden van de sloot een vrije

doorgang is. Alle tuinders aan de middensloot krijgen t.z.t. een

 baggerbriefje, dat na hun baggeractie bij de tuincommissie moet

worden ingeleverd, waarna er gecontroleerd zal worden.

De baggerperiode bestrijkt drie weken vanaf half oktober tot de

eerste week van november; in die periode zal de waterstand terug

gebracht worden tot 15 cm. Op het baggerbriefje zal o.a. komen te

staan, dat het de bedoeling is om het midden van de sloot uit te

diepen en de kanten met rust te laten, het gaat er tenslotte om dat de

sloot kan blijven doorstromen. De sloot is van een zodanige kwaliteit

dat de bagger op de tuin gebruikt kan worden.

* Het waterschap Rijnland zal elk jaar in het najaar de overtollige

planten groei handmatig uit de sloot halen.

De middensloot zal regelmatig door Rob Groenendijk doorgespoeld

worden. Als iemand klachten heeft over het doorspoelen van de sloot

kan hij/zij contact opnemen met Rob. Het doorspoelen van de sloot is

nodig om de concentratie van uitgespoelde meststoffen en het

opgestuwde zout uit de zoutkwellen te verdunnen.

De buitensloten

Het water aan de zuidoost- en oostkant is 30 à 40 cm diep.

De aanwezige rietsoort vraagt veel onderhoud, maar om dit te

verwijderen zou de sloot uitgediept moeten worden tot 60 cm,

wat een omvangrijke en kostbare aangelegenheid is.

Bovendien is het op diepte houden ook weer een enorme klus.

De beide heren gaven ons te kennen dat we met het riet zullen

moeten leren leven. De meest simpele maatregel om de groei er een

beetje uit te halen, is: gras waarin riet opkomt regelmatig blijven

maaien en buiten het gras de rietpunten zo diep mogelijk uitsteken.

Ook in de buitensloten worden overtollige planten elk najaar

verwijderd door Rijnland.

Hopelijk geeft dit verhaal meer duidelijkheid over wat er wel en niet

kan en moet gebeuren in onze waterwerken.

Wij hopen op ieders medewerking als er om actie gevraagd wordt.

                                   De tuin-/werkcommissie

Op de laatste jaarvergadering van WZZO werd opgemerkt,

dat je wel iets hoorde van de Tuincommissie als er iets

niet goed was op je tuin of in de border, of als je pad niet

schoon was. Maar je hoorde niets als het er prachtig uit

zag. Kon dat niet anders, bijvoorbeeld een prijs voor de

mooiste border? Natuurlijk kan dat, de Tuincommissie is

de vrolijkste commissie van WZZO !

(we zoeken trouwens nog een nieuw lid !).

We zien voortdurend mooie tuinen en borders, maar we

kunnen moeilijk aan alle tuinders gaan uitleggen hoe mooi

hun tuin is, dan zou de inspectie een dagtaak worden.

Maar die ene tuinder met de allermooiste border,

ja die willen we wel eren.

Daarom zal de Tuincommissie de prijs voor de mooiste

border in 2013 uitreiken aan ……….. de tuinder met de

mooiste border. Wie dat is, is nu nog geheim.

De onthulling van het geheim en de uitreiking van de

Gijsprijs zullen plaatsvinden op de volgende jaarvergadering.

Gijsprijs, dat is de naam die we aan de borderprijs gegeven

hebben, omdat Gijs Reuling op de jaarvergadering

bovengenoemde opmerking heeft gemaakt.

Hoe hebben we het gedaan?

De leden van de Tuincommissie hebben ieder voor zich een lijstje

gemaakt met mooie borders. Die lijstjes hebben we naast elkaar

gelegd en op 1 juli 2013 hebben we een ronde op het complex

gedaan en uit de lijstjes de vijf mooiste borders gekozen. Van die

borders zijn foto’s gemaakt door Erik (tuin 1). En bij de borrel,

verzorgd door Lauran (tuin 23), hebben we de winnaar bepaald.

Leden van de Tuincommissie zijn uiteraard uitgesloten van deelname.

En nu hebben we dus vijf genomineerden.

Die worden hieronder gepresenteerd, inclusief een foto van Erik.

De volgorde van de presentatie zegt niets over de kansen op de prijs,

 het geeft gewoon weer welke route de Tuincommissie gelopen heeft.

Tuin 14

Een goed gevulde border met subtiele kleuraccenten, met als basis de kleuren

paars/roze. Maar wat vooral opvalt, is het prachtige snoeiwerk. De bollen doen

vermoeden dat zich ergens achter het hekwerk een Frans landgoed bevindt.

Tuin 64

Een vrij hoge begroeiing in vele tinten groen, waar onder andere papaver en

een roze geranium kleur aan geven. De statige helblauwe

ridderspoor en het roze vingerhoedskruid pieken daar bovenuit.

Tuin 45

Een jong aangelegde border, daarin past zo’n nog kaal muurtje van twijgen

wel. Een frisse combinatie van bloemen, met onder andere lupine en Oost-

Indische kers.

Tuin 43

Let op de mooie hoogteverschillen: diverse hoge rozen, onder andere een

witte tegen de ingang, daarvoor een groot aantal andere kleuren van middelhoge

bloemen, zoals pioenrozen, ridderspoor en vingerhoedskruid,

maar ook laag bij de grond Oost-Indische kers.

Tuin 71

De ingang is een prachtige boog van gele rozen,

zo hoog dat hij al zichtbaar is vanaf de Spaarndammerweg.

Maar een border is natuurlijk meer dan een

boog bij de ingang. Het is de Tuincommissie opgevallen dat de boog

heel mooi combineert met de zeer bloemrijke border. Misschien dat

sommige tuinders denken: ik heb toch ook een prachtige rozenboog.

Dat zou heel goed kunnen. In de loop van juli is er nog een aantal

mooie bogen gezien. Maar op 1 juli heeft de Tuincommissie een

besluit genomen en toen had tuin 71 toch echt de mooiste boog.

Tot slot

Over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd.

Er is tenslotte aan de Tuincommissie gevraagd om iets aardigs te zeggen.

En dat doen we dan ook.

De Tuincommissie weet ook wel dat de beoordeling van wat mooi is,

nogal subjectief is. Als je niet bij de eerste vijf zat, bedenk dan dat je

er waarschijnlijk heel dicht bij zat.

                                De Tuin/Werkcommissie

Dit is altijd een rustige tijd,

maar toch gaat de verkoop gestaag door.

Over enige tijd wordt de nieuwe bestelling

voor het volgend seizoen geplaatst.

Wil een tuinder iets speciaals,

b.v. Franse schors , 70 ltr. of cacaodoppen ook 70 ltr.

of een stuk gereedschap, heel veel is bij onze leverancier te bestellen.

Laat het mij even weten, mijn telefoonnr. staat voorin bij de adressen.

Wel graag vóór 30 oktober.

Zo langzamerhand kunnen kougevoelige planten weer afgedekt worden,

dat gaat heel goed met tuinturf of compost, beiden zijn in voorraad.

Weet u, dat knolgewassen en wortelen heel lang goed blijven,

door ze in een open emmer of vat in de turfmolm te bewaren.

                                        Lida

Een herplaatst artikel uit De Vondelier van 2007,

door de kweker van Duivenvoorden uit Lisserbroek.

Ja, hoe kweekt men eigenlijk aardbeien.

Eigenlijk is het niet zo moeilijk om ze te kweken maar

om echt zoveel mogelijk rendement van de plant te

hebben dat is alleen aan de productiekweker besteed.

In dit stukje zal ik wat onderdelen eruit halen en per

onderdeel aangeven wat voor een hobbytuinder goed

zelf te doen is voor een optimale productie.

Kasaardbeienteelt

We beginnen met de teelt onder glas. Onder glas verstaan we plat

glas(koude bak), de gewone kas, en een plastic tunnel.

Hier planten in kweken doen we meestal om in het voorjaar lekker

vroeg te kunnen plukken (moederdag is meestal mogelijk).

Als dit in de volle grond gebeurd dan is planten in juli/augustus een

goed idee met nieuwe planten. Het nadeel is dat het er erg warm zal

wezen en de plek zal ook niet echt aanwezig zijn. Buiten opplanten en

in de winter binnen planten is een beter idee in verband met de

teelten die in de herfst nog in de kas staan. Wat ook een idee is om

vroeg in het voorjaar (begin februari) nieuwe planten te halen uit het

ijs en deze gelijk op de plek te planten waar ook geoogst moet

worden. Begin februari geplant eind mei alweer leeg.

Afgedragen planten kunnen dan nog buiten gezet worden om dat jaar

erna weer van te oogsten. Vraag bij de kweker wel om extra dikke

planten (A+). Kweekt u ze liever op een stelling of pot dat is het beter

om met nieuwe planten te beginnen in de kas.

Ook planten in februari om in mei te oogsten.

Het nadeel van kweken op deze manier is dat de trossen met

aardbeien soms zo zwaar zijn dat die kunnen breken,

wat inhoud dat de aardbeien verdrogen.

Telen in de kas luistert wel wat nauwer dan buiten, men moet beter

opletten met water geven. Zeker als ze op potten staan.

Bij extreem zonnig weer soms wel 5x op een dag water geven.

Staan ze in de volle grond dan is dat niet zo'n probleem maar dan

heb je weer eerder last van verschillende ziektes zoals vruchtrot.

Om zoveel mogelijk van dit soort problemen te voorkomen dient er

genoeg voeding aanwezig te zijn voor de planten in de grond.

Hoe optimaler de voeding des te minder ziektes daar de meeste

ziektes zich pas openbaren als de plant in een slechte conditie is.

Over voeding kom ik verderop in dit stuk nog terug.

Als men het goed doet dan zit ertussen planten en einde oogst

12 weken.

Buitenteelt van eenmaal dragende aardbeien

Als men de aardbeien in de volle grond buiten wil kweken dan zijn er

diverse mogelijkheden. Als eerste zelf planten winnen.

Dit doet men van de uitlopers die aan de moederplant groeien.

Zo rond 10 augustus(dit kan eerder maar hoeft niet) alle stekken met

wortels oprooien en diegene met een goed wortelgestel weer

opnieuw op schone grond uitplanten.

Als tweede kunt men in augustus verse stekken bij de kweker kopen.

De kwekers in kwestie hebben of verse planten van het land.

Die als nadeel hebben dat ze moeilijk aan kunnen slaan.

Een ander nadeel is dat de keuze van soorten erg beperkt is.

Er zijn ook kwekers die planten uit het ijs hebben opgepot en ze zo

verkopen. De planten slaan makkelijker aan en de keuze is stukken

groter. ( Wij hebben 37 soorten).

Nadeel is dat de planten duurder kunnen zijn.

Als derde kan men ook vroeg in het voorjaar (maart t/m juni) planten

(A+), vanuit het ijs direct buiten planten om 3 maanden later te

oogsten (zie kasteelt). Dit is misschien wel de beste optie.

De planten staan korter op het land met toch dezelfde opbrengst.

De planten in maart geplant geven in juni aardbeien en het jaar erop

weer in juni.

                                            Wordt vervolgd

Op 16 juni kwam Jaap Kok van de voedselbank Velsen kratten

brengen voor de inzameling. Hij was erg onder de indruk

van ons complex en de goede voorzieningen die er zijn.

Hij vertelde hoe men jaren geleden begonnen is met het uitdelen

van voedsel in Velsen.

Begon men met 5 gezinnen, inmiddels worden wekelijks aan zo'n

60 gezinnen pakketten verstrekt.

Langzamerhand heeft men zijn vaste adresjes gevonden.

Een plaatselijke bakker levert het brood, vis wordt gehaald in

IJmuiden en twee maal per jaar is er een inzameling bij de

plaatselijke supermarkten.

Enkele jaren geleden heeft een anonieme gever de organisatie

kosteloos voorzien van een 2e hands koelauto, waar de producten

mee van de verschillende locaties gehaald kunnen worden.

Een garage onderhoudt deze auto tegen zeer gereduceerd tarief.

Verse groenten zijn helaas vaak schaars. Voor een deel worden deze

verkregen via het werkervaringsproject aan de Werfstraat in Haarlem.

Deze bijdrage dekt niet de volledige behoefte en daarom is men heel

blij met de initiatief van ons complex.

Steeds meer moeten mensen, die ooit een goed inkomen hadden,

een beroep doen op de voedselbank.

De mensen/gezinnen die de voedselpakketten afnemen zijn heel divers.

Ze worden van te voren gescreend en er zijn landelijke richtlijnen met

betrekking tot het besteedbaar inkomen dat men mag hebben om

voor een pakket in aanmerking te komen.

Voedselpakketten zoals die door de Voedselbank ter beschikking

worden gesteld, zijn bedoeld als noodhulp voor mensen die voor

kortere of langere tijd financieel echt niet rond kunnen komen.

Ze zijn expliciet niet bedoeld als extraatje voor mensen die het niet

breed hebben. Voor een alleenstaande geldt dat men minder dan

€ 41,50 per week te besteden moet hebben en voor een gezin met

twee kinderen is dit minder dan € 78,50 per week.

Onze eerste bijdrage bestond uit een courgette, wat peultjes,

aardappels en een pak koffie. De week erop lagen er al worteltjes,

een komkommer, paksoi, peultjes, aardappels, wat tomaatjes en een

pot doperwten/worteltjes in de kratten. GEWELDIG!

Na 3 weken liet Jaap weten zeer verheugd te zijn met de bijdrage die

gelijk al de eerste weken werd geleverd.

Natuurlijk is meer zeer welkom, maar een goed begin is het halve werk.

De mensen die de groente krijgen zijn ook heel blij op deze manier

onbespoten groenten te kunnen eten vertelde hij.

Laten we er ons daarom samen sterk voor maken !

Als elke week een stuk of wat tuinders 1 of twee porties afstaan aan

de voedselbank, dan moeten we met 80 tuinen toch door het seizoen

heen een hele mooie bijdrage kunnen leveren aan dit project, waar

de mensen die getroffen zijn door tegenslag en de crisis, helaas soms

van afhankelijk zijn.

                                                                  Alet

De zomer loopt op z’n einde, de thermometer daalt

en de nachten worden alweer langer.

En spinnen, overal. Van die dikke, die van die taaie webben maken.

Leuk als je ’s avonds naar de schuur loopt en je blijft er in hangen.

En waar is dan die griezel gebleven die er in hing?

In je kraag zeker…………………!

Wie had in het voorjaar kunnen bedenken dat het met de zomer van

2013 toch nog goed zou komen. Wat zeg ik, meer dan goed!

Ook op de tuin was het een genoegen, soms zelfs te warm om wat te

doen. Omdat het voorjaar maar niet op gang kwam, lukte het niet

met de doperwtjes en de peultjes. Tevens was er weer een onverlaat

aan de gang die de plantjes saboteerde: een ondergrondse muis, een

dikke bosduif, een eend, een ekster, bedenk het maar, maar keer op

keer waren we plantjes kwijt en hebben we wel 100 kg erwtjes bij

gezaaid, en toch wilde het maar niet lukken. De piepers deden het

prima, wel krap aan de maat. Lekker om te bakken dus. De sla, nou

eigenlijk niks te klagen, soms schoot er een kropje door vanwege de

warmte en gingen we met de buurman naar huis. Ook lekker.

De bietjes? Prima, we krijgen ze niet op. Tuinbonen? Heerlijk van

gegeten. De aardbeien? Niet overdadig veel, maar genoeg.

Na de oogst de planten gerooid en in Lissebroek weer nieuwe gescoord.

Ben benieuwd volgend jaar.

Maar dan de bonen: we hadden een rek neergezet voor de stoksnijbonen

en (dit jaar voor het eerst) de stokslabonen.

Voor de zekerheid, gezien de ervaringen van voorgaande jaren,

een maand later weer een rek met stoksnijbonen en stokslabonen

neergezet, als reserve, je weet maar nooit. Verder als ieder jaar een

veldje naaldboontjes, Italiaanse boontjes en gewone sperzieboontjes.

En jawel, alles groeide en bloeide, de temperatuur was goed, de nat-

/droogverhouding was goed, de beesten bleven er van af en dus…….

En dus zitten we met kilo’s snijbonen, naaldbonen, sperziebonen en

Italiaanse bonen. Gelukkig zijn er voldoende recepten voorhanden

om deze groene rakkers gevarieerd te kunnen nuttigen, bijvoorbeeld

op Oudhollandse wijze, met een klontje boter en een raspje

nootmuskaat, of op z’n Indisch, met een pittige boemboe en klapper,

of op z’n Italiaans met tomatensaus, gefruit uitje, oregano en flink wat

Parmezaanse kaas, op z’n Spaans in een stoofpotje met varkensvlees,

pimiento en aardappelen.

Maar toch, daar valt tot nu toe niet tegen aan te eten. Wij zijn gek op

boontjes, maar de natuur is nu wel erg aan het overdrijven.

Meestal, zoals voorgaande jaren, stopt de plant met produceren als

we er een keer of twee van geoogst hadden, meestal trok ik de

sperziebonenplant uit de grond als de boontjes eetklaar waren: er

kwam toch niks meer aan. Maar dit jaar gaat het maar door, je plukt

de snijbonen van het rek en een week later hebben we weer een

ruime pond, ik doorloop alle naaldboonplanten voor de oogst, kom

met ruim een kilo thuis en een week later kan ik er weer een kilo

afhalen. Zodra ik het tuinhek opendoe, wordt ik aangevallen door

hordes sperziebonen, ze komen overal vandaan ! !

Gelukkig is er de Brouwmarkt, jawel, ik ga reclame maken!

De Brouwmarkt is een zaak die je voorbereid op dit soort fratsen van

de natuur. Het motto is: “We gooien niks weg” en dat doen we dus

ook niet, hoeveel het ook is. We zijn ons momenteel aan het

bekwamen in de kunst van het wecken en via Brouwmarkt hebben

we weckpotten laten overkomen uit Almere, inclusief klemmen en

rubbertjes (nee, geen kansloze!!) in alle soorten en maten. Een ketel

hadden we al en via allerlei sites kan je terugvinden hoelang alles in

de ketel moet wecken, wat je kan wecken en op welke temperatuur je

kan wecken. Wist U bijvoorbeeld dat je appelcake in de weckpot kunt

wecken, dat je vis en vlees ook kunt wecken (nog niet geprobeerd

overigens), zelfs erwtensoep kan geweckt worden.

Terwijl ik dit schrijf, staat er beneden in de keuken de grote ketel op

het aanrecht potten courgettesoep en Indische boontjes te wecken.

En dus zijn wij klaar voor de winter en proeven we in februari nog

steeds die heerlijke zomerse smaken van de boontjes en denken we

met weemoed terug aan die prachtige zomer van 2013, die zo laat

begon, maar die helemaal toppie werd.

Morgen moet ik vroeg gewekt worden, want er moet geweckt worden!

                                      Fred