Open dag
Beste mede tuinders,
Op zondag 23 juni is er weer de jaarlijkse open dag.
Een uitgelezen mogelijkheid om de door bloed, zweet en tranen
gerealiseerde ambachtelijk resultaten te tonen aan collega tuinders
maar ook vooral aan Haarlemse belangstellenden.
Wat is er nu leuker om je mede mens mee te nemen in het tot stand
komen van je volwassen tuinboon, doperwt, biet, komkommer of je
bloeiende border.
Velen weten (nog) niet wat hier allemaal aan vooraf is gegaan om tot
het resultaat te komen waar jij trots op bent.
De open dag biedt deze mogelijkheid en benut hem !!!
Voor nieuwe tuinders biedt de open dag een gelegenheid langs te
gaan bij ervaren rotten en van hen de kneepjes van het “vak” te
vernemen maar besef “het gras is niet altijd groener bij de buren”.
Daarnaast biedt de open dag ook de mogelijkheid je zolder weer eens
op te ruimen. Voor je tuin kun je een zeil of kleed neerleggen waar je
overbodige huisraad te koop aan kunt bieden.
Gezien de beschikbare ruimte gaat het hier veelal om klein huisraad.
Uiteraard zorgen we ook voor het nodige vertier en zal de inwendige
mens ook aan zijn trekken komen. Zo zal het jaarlijks terugkerende
palingroken aanwezig zijn en gaat onze collega tuinder
Dick Kortekaas ons weer meenemen in zijn boeiende verhaal.
We proberen ook nog een imker te strikken met zijn bijenvolk
(leuk voor de kinderen) en de vereniging Hekslootpolder uit te nodigen.
Kortom naar ons idee de moeite meer dan waard om je tuin open te
stellen en je enthousiasme te delen met anderen.
We gaan uiteraard voor mooi weer en hebben reeds de bestelling de
deur uit gedaan. Tot de 23e.
Het bestuur.
Alle tuinen zijn weer bezet, iedereen is druk bezig.
Dat doet ons goed.
Hoewel het nog wat koud is, zit de eerste aardbei er aan te komen.
In de bestuursvergadering hebben we inmiddels een apart punt:
‘de ziekenboeg’. Veel tuinders mankeren het een en ander.
We proberen na te gaan of er wat ondersteuning is voor deze
tuinders in het bijhouden van de tuin.
We weten niet automatisch dat iemand in de lappenmand zit.
We vinden het dan ook prettig om dat te horen, mondeling,
een telefoontje of email, het maakt niet uit.
En aan deze tuinders: sterkte!
De Beheercommissie is nog steeds niet op sterkte.
John doet nu de verhuur. Je zal Piet veel zien schoonmaken.
Ada doet de inkoop. Evert is de achtervang.
We vinden dat wel een smalle basis voor de Beheercommissie.
Daarom zoeken we met spoed naar versterking.
Al doe je maar een klein deel van de taak: alles helpt.
Allerlei evenementen zitten in het vat.
De Plantjesruilbeurs, de Open Dag en in augustus de barbecue.
Leuk!
Samen met de Tuin/Werkcommissie bespreken we binnenkort
welke apparaten en machines moeten worden gekocht of vervangen.
Daarover de volgende keer meer.
Remco Visser: remcovisser01@cs.com
Wat zijn ze toch mooi, die hele grote bloemen: rozen, of
grootbloemige clematis, of pioenrozen, of dahlia’s en dergelijke.
Waarom zou een mens bloemen in zijn tuin zetten die je
nauwelijks opmerkt, omdat ze zo klein en zo onopvallend zijn?
Daarop is het antwoord in het geval van Helmkruid: hommels !
Ik kan nauwelijks een andere plant bedenken waarvan de
bloemen zoveel hommels aantrekken.
Helmkruid:
Eerst even wat verwarring stichten:
er bestaat Helmkruid en er bestaat Helmbloem.
Die twee hebben behalve de naam niets met elkaar gemeen, ze zijn
van heel verschillende families, zelf ik moet altijd even nadenken om
de boel niet door elkaar te husselen.
Maar nu heb ik het echt over Helmkruid, uit de….
helmkruidenfamilie, de Scrophularia, waartoe ook bijvoorbeeld
Leeuwebek en Vingerhoedskruid behoren.
Nu gaat het echter over het Knopig Helmkruid, Scrophularia nodosa,
en zijn naaste verwanten. Als je goed naar de bloem kijkt is het ook
wel te zien: ze hebben een helm op, daar kom ik zo op.
Eerst even de hele plant: hij heeft, net als het blauw glidkruid van de
vorige aflevering, een vierkante stengel, maar nu met ribben op
de hoeken. De tegenover elkaar staande bladeren doen in vorm
een beetje denken aan brandnetelblad, maar slanker.
De kleine bloempjes zijn groenig en hebben een paarsbruine
bovenlip, dat is dus die helm. Het plaatje geeft de tot een meter
hoge, maandenlang door bloeiende plant als geheel goed weer, de
bloemen staan in een losse pluim.
Om de bloem goed te zien is nederigheid vereist, je moet ervoor op
de knieën, liefst een loep in de hand, en wat je dan ziet, die
bloempjes doen voor die rozen, clematisbloemen, pioenrozen en
dahlia’s niet onder, al is de schoonheid van een heel andere aard.
Wat bouw betreft lijken de bloemen op die van de lip-bloemigen,
twee kroonbladen wijzen naar boven en naar voren en vormen een
dakje, de drie onderste wijzen naar opzij en naar beneden, en
tegelijkertijd ook naar voren, zodat ze een soort korte, stompe buis
vormen. E. Heimans schreef er over dat hij die bloemen als kind
‘poppenkastje’ noemde, de kroonbladen als poppenkast, de stampers
of de meeldraden als de poppen. Die bouw lijkt mij trouwens een
voordeel voor de bloem als het regent, hij hoeft zich niet te sluiten, de
afwisselend verschijnende stampers en meeldraden blijven droog en
ook de bezoekende insecten zullen het droge plekje waarderen.
Bernd kende Helmkruid al van het Zevengebergte in het Rijnland,
waar hij vandaan komt, voor mij was de allereeste ontmoeting aan
het z.g. koeienpaadje dat in zuidelijke richting loopt in het verlengde
van de Ramplaan.
Bernd en ik hebben met een boekje erbij geprobeerd uit te vinden of
het Geoord, Gevleugeld, of Knopig Helmkruid was, of we daar uit
gekomen zijn weet ik niet meer, het is voor een leek niet gemakkelijk
determineren en het is al zo lang geleden.
Ze stonden aan de kant van de sloot, vochtig dus, een vrij zonnige plek.
Onze eigen helmkruidplanten, de knopige, (hoe we er aan gekomen
zijn weet ik niet meer) staan bij ons in de achtertuin in de volle schaduw!
(en dan toch al die hommels er op!) En ook op de volkstuin staan ze in
de schaduw van het schuurtje. Hij komt voor in bossen, en breidt zich
uit als er een lichtplek ontstaat doordat er gekapt wordt.
Voor een goede zaadzetting hebben ze licht nodig, maar, en dat is de
eigen aan Knopig Helmkruid, ze overwinteren met een soort knolletjes,
en met die knolletjes kunnen ze zich ook vegetatief vermeerderen. Het
tweede deel van de wetenschappelijke naam, nodosa, betekent
knobbelig. Ik ken mensen die de knolletjes in hun broekzak stoppen,
dan zouden ze helpen tegen aambeien.
Die heb ik niet, ik kan het dus niet uitproberen.
Dan nog het Voorjaarshelmkruid:
dat is een zusje van de hiervoor genoemde helmkruiden. Die staat niet
bij ons in de tuin, maar je kunt hem vinden aan de beboste duinranden en
ook in Schalkwijk.
Schalkwijk is voor de bouw opgespoten met duinzand, je vindt hem daar soms
gewoon in de wegbermen. Op het linker plaatje is de
overeenkomst met knopig helmkruid goed te zien,
maar de bloem is veel groter en de bloemen staan in de
bladoksels, dus niet zoals bij Knopig Helmkruid in een pluim.
Dan is er nog het mottekruid, dat ook een helmkruid is,
maar daarover vertel ik dan een volgende keer, in samenhang met de
gele toorts.
Wil je misschien reageren op deze tekst? Aanvullingen of correcties?
korrathkortekaas@gmail.com
Dick en Bernd van tuin 39
De Plantenruilbeurs
Zondag de 26ste was het zo ver, de plantenruilbeurs.
Rond 10 uur had er een leuk groepje tuinders zich
verzameld bij het clubgebouw, met de planten
die ze wilden ruilen.
Na uitgelegd te hebben wat de bedoeling was en
wat bij elkaar gekeken te hebben, werd het startsein
gegeven.
Een ieder zocht tussen de planten naar het geen wat
hij of zij wilde hebben.
Tevreden over het resultaat van het ruilen werd er na
afloop nog gezellig een kopje koffie of thee
gedronken.
Komt u ook de volgende keer ??
Natasja
Inmiddels begint het met de temperatuur de goede kant op te gaan.
Wat ook aan de verkoop te merken is.
De tuinbonen groeien en bloeien,
maar op een gegeven moment kan daar zwarte luis in komen.
Dit kunt u bespuiten met Spruzit, wij hebben het voorradig.
De slakken zijn uitstekend te bestrijden met Slakkenkorrels van
ECOstyle, van hetzelfde merk hebben we Ultima tegen hardnekkige
onkruiden, zoals zevenblad en heermoes.
Het is een contactmiddel. Voldoende voor 30 vierkante meter.
Dit is de tijd om hardnekkig onkruid aan te pakken, dat scheelt straks
een heleboel ergernis en tijd.
Beender en bloedmeel is heel goed om de tuin op te "peppen",
vooral van de groentetuinen-grond wordt veel gevraagd.
En natuurlijk het lava- of gesteentemeel dat verbetert de grond.
Hoeft maar heel dun uitgestrooid.
Namens het verkoopteam: Lida
Een herplaatst van het artikel uit De Vondelier nr 6 van 2007,
door de Kweker van Duivenvoorden uit Lisserbroek, die in een
drietal artikelen schrijft over de soorten, kweken en ziekten van
Aardbeien
Het assortiment
We kunnen het aardbeienplanten assortiment indelen in vieren.
De zogenaamde vroege rassen, middelvroege rassen,late rassen en
de doordragers. Hierbij kunnen we nog een splitsing maken bij de
vroege rassen met de soorten die ook onder glas (plat glas, plastic
tunnel en gewone glaskas) en die enkel buiten goed groeien.
Ik zal hieronder een aantal soorten specifiek bespreken met de
eigenschappen en als laatste een opsomming geven van een groot
aantal soorten onder welke groep ze vallen.
De vroege rassen
De vroege rassen horen rijp te zijn van eind mei tot half juni als ze
gewoon buiten in de volle grond staan. Een aantal van deze rassen
zijn goed te vervroegen door ze onder glas of plastic te kweken.
Het is dan mogelijk om ze al eind april te kunnen plukken, maar de
moederdag moet zeker kunnen, zelfs met een koel voorjaar.
De bekendste soorten zijn:
Elsanta: De standaard plant voor de echte productie kweker, snelle
groeier met mooie helrode Vruchten en een grote productie.
Is goed in potten, steenwol of in goten op stellingen te kweken.
Wel vrij vatbaar voor diverse ziektes.
Sonata: De "nieuwe Elsanta" zeggen de kwekers.
Is net als de Elsanta geschikt voor onder Glas. Maar minder vatbaar
voor de ziektes. Mooie iets donkere vrucht die mooi rond is.
Hij is in aanschaf duurder doordat er licenties op zitten.
Lambada: De lekkerste aardbei die er is volgens kwekers en particulieren.
Is echt een lekkere aardbei maar vooral buiten, kan ook
onder glas. Probleem is wel dat de productie niet echt hoog is en dat
hij nogal gevoelig is voor ziektes zoals luis, spint en Meeldauw.
Andere vroege rassen zijn Darselect, Gorella, Elvira en Senga gigana
De middelvroege rassen
De middelvroege rassenvallen met hun oogsttijd tussen 5 en 25 juni
bij een normaal voorjaar. Dit zijn geen rassen om onder glas te doen
omdat dit wat wildere groeiers zijn met meer blad en daardoor onder
glas meer last hebben van vruchtrot. Hier zitten wel een paar soorten
tussen die in Duitsland veel voor de zelfplukvelden worden gebruikt.
De bekendste soorten zijn:
Korona: Te zacht voor de groothandel maar bijna perfect voor de
volkstuin. Bij ons wordt vaak gezegd: groot, veel en lekker.
Hoge productie mooie rode vruchten en erg grote planten.
De vruchten kunnen niet lang bewaard worden.
Polka: Grove plant met grote donkerrode vruchten.
Goede winterhardheid. Zeer geschikt voor het maken van jam en sap.
Doet het beter op wat zwaardere grond.Wel gevoelig vruchtrot.
Salsa en Figaro: Twee nieuwe soorten van de zelfde veredelaar als
de Sonata. Beide mooie grote vruchten en erg sterke planten.
Nadeel is dat hij moeilijk verkrijgbaar is en duurder door de licenties.
Maxim: Dit is het soort met de grootste aardbeien.
Ze zeggen wel eens zo groot als tomaten Dit is mogelijk.
Vrij lekker soort maar wel gevoelig voor vruchtrot en meeldauw.
De opbrengst is niet hoog.
Andere middelvroege soorten zijn:
Pandora, Kent, Symphony, Tenira, Gariguette en de Vima zanta.
De late rassen
De late rassen horen rijp te zijn vanaf half juni tot begin juli.
In deze groep vallen niet zoveel rassen, omdat de interesse voor aard-
beien dan wat minder is. Op hetmoment wordt er bij de veredelingsbe-
drijven wel gezocht naar echt late rassen. Dus wie weet zijn er over
een paar jaar soorten die rond half of eind juli goed zijn.
Bekende soorten zijn:
Pavana: Grote zeer stevige aardbeien. Erg sterk gewas met dof groen
kleurig blad. Zeer sterk tegen alle bekende bodemziektes.
Smaak is alleen echt lekker op zware grond zoals kleigrond.
Senga Sengana: De conservenaardbei bij uitstek.
Niet al te grote donkerrode vruchten met een sterk aroma. Doen in de
verte denken aan de frambozenaardbei. Uitstekend voor jam.
Mindergroot dan Polka. Ook wel vruchtrot gevoelig.
Tago: Grote helrode vruchten met een mooi open gewas.
Grote productie en goed van smaak.
Wel wat gevoelig voor de standaard ziektes.
Andere late soorten zijn: Induka, Florence, Vima tarda en de Vima xima.
De doordragende rassen
Zoals de naam het al zegt doordragend, de hele zomer aardbeien.
Dit gaat natuurlijk niet zomaar. Ze moeten wel de hele zomer bemest
worden en er moet regelmatig gedund worden. Verder zitten er
soorten tussen die voor aparte doeleinden gebruikt kunnen worden.
Bekende soorten zijn:
Ostara: De meest bekende van alle soorten.
Al 45 jaar op de markt. Hele smakelijke aardbei, niet al te groot met
wel een hele hoge productie.Wel vrij zacht, daardoor gevoelig voor
vruchtrot. Trossen dunnen noodzakelijk.
Rapella: Als Ostaramaar wat grover, wordt af en toe nog door een
kweker gebruiktmaar dan vooral voor de aan huis verkoop.
Selva: Amerikaans ras. Hele grote zeer stevige aardbei.
In een hete zomer erg goed van smaak. Kan ook onder glas, maar is
dan wat gevoelig voor meeldauw. Onder glas minder groot.
Mrak: Ook een Amerikaans ras. Mooie middelmatige vrucht, vrij
stevig met een gedrongen plant. Goed geschikt voor op de balkonbak
of een echte aardbeienpot. Bloeit zeer snel op zijn uitlopers waardoor
het een mooi gezicht is om ze te laten hangen.
Doet het ook goed in de kas maar wel erg meeldauw gevoelig.
Mara des Bois: Een doordragende bosaardbei. De echte bosaardbei
gekruist met een drager. Zeer smaakvol er redelijk productief.
Niet een echt grote plant.
Andere soorten zijn:
Seascape, Everest, Diamanthe, Vima rina, Albion en Aromas.
Dit zo'n beetje een globale uitleg van de verschillende soorten.
Voor rasbeschrijvingen van de diverse soorten raad ik U aan
om op internet de pagina "pagina aardbeien.nl” te kijken.
Hierop staan verschillende onderwerpen aangaande aardbeien.
Hopende dat U met deze informatie Uw keuze kunt maken
voor het volgende plantseizoen.
Wordt vervolgd
De Heksloot polder
De ligging van de Hekslootpolder
De Hekslootpolder ligt aan het vroegere Wijkermeer en IJ en tussen
twee oude strandwallen.
De westelijke strandwal loopt vanuit Haarlem met uitloper
Vergierdeweg en de oostelijke strandwal loopt vanuit Haarlem naar
Spaarnwoude dorp via Spaarnwoudestraat, station Spaarnwoude en
dorp Haarlemmerliede.
Het kerkje te Spaarnwoude is op de strandwal gebouwd, echter wel
kunstmatig opgehoogd. Het stenen kerkje is van rond 1200.
Het ontstaan van het veenweidegebied, o.a. Hekslootpolder
Het veen is afgezet na de laatste ijstijd (pleistoceen 600.000 tot 8.500
v.Chr. onderbroken door warme perioden).
Er is een heel veenweide gebied tussen Amsterdam en Haarlem.
De graslanden naar het zuiden worden smaller en vormen een
corridor tussen het zoete Zuid-Hollandse en het brakke Zaanlandse
veenweidegebied; langs het Wijkermeer.
De Hekslootpolder is dus een onderdeel van een veel groter veen
weidegebied, dat een buffer vormt tussen Amsterdam en Haarlem.
De grond van de Hekslootpolder bestaat uit veen, bedekt met zand
en zeeklei door overstroming vanuit het IJ en rivierklei vanuit het
Spaarne. De samenstelling is per plaats verschillend.
In de 10e eeuw is de Hekslootpolder droog geweest door verstuiving.
Als je op ons tuincomplex en meter diep graaft, kom je dat zandlaagje
uit de 10e eeuw tegen.
Het ontstaan van de polders
De polders zijn ontstaan als maatregel tegen de overstromingen
vanuit het IJ en het Wijkermeer.
De Velserdijk is aangelegd in 1204 en de hoge Y-dijk is aangelegd na
de Elisabethvloed in 1421 en de Slaperdijk in 1626. De grond achter
de dijken werden polders. Bij de aanleg van het Noordzeekanaal
(1865-1876) werd het Wijkermeer en deel van het IJ ingepolderd.
Spaarndam is ontstaat tussen 1204 en 1226.
Het Stoomgemaal Spaarndam is gebouwd in 1850 bij inpoldering
Haarlemmermeer.
Het Tolhuis (1825) aan de Slaperdijk bij het einde van de Vergierdeweg
heeft tot 1923 dienst gedaan als tol.
Langs het Spaarne bevond zich een jaagpad voor te voorttrekken
van de schuiten.
Het Assendelver voetpad, met tot in de 19e eeuw een aftakking naar
het dorp Schoten, is een onderdeel van dit jaagpad.
Aardige anekdote: Toen Karel V in 1515 over de Spaarwouderdijk
naar Amsterdam reed, zag hij de erbarmelijke staat van de dijken.
Hij vroeg aan paus Leo toestemming om een deel van de aflaat-
penningen te besteden aan dijkonderhoud.
Dit werd toevertrouwd aan een commissaris die later de enige
Nederlandse paus werd: Adrianus VI.
De ontginning van het veengebied en de bewoning ervan
Rond het jaar 1000 is men het veengebied gaan ontginnen voor
gebruik als weidegrond door aanleg van slootjes, haaks op het
boezemwater. Rond 1170 ontstond een strokenverkaveling met een
slotenpatroon die tot op heden bijna zo gebleven is.
De boerderijen van de Hekslootpolder stonden op de westerlijke
strandwal; de Vergierdeweg. Het meest zuiderlijke landgoed van
Hekslootpolder was Spaarnrijk (bij de Spaarnrijkstraat) en het meest
noordelijke is Noord Akendam (bij de begraafplaats).
In de Hekslootpolder zijn sporen gevonden uit de Steentijd
(3000-2000 v. Chr.), de Bronstijd (2000-800 v. Chr.) en uit de late
IJzertijd (200-12 v. Chr.)
Om de Oude Spaarndammerpolder en de Verdolven landen te
kunnen afwateren werd de ‘Slapermolen’ gebouwd (tegenover de
huidige ijsbaan Nova Zembla), welke in 1938 werd vervangen door
een elektrisch gemaal.
Peter van Galen
Wordt vervolgd
Goed, we hebben de maand april redelijk doorstaan. Hoe bedoel je?
Nou, zoals ik het zeg, vanaf maart snakken we naar het voorjaar en
de kachel brandt nu nog steeds. . . en dat terwijl het bijna eind mei is!
Die vervelende Peter Timofeeff had het zelfs nog over nachtvorst.
Twee weken geleden hebben we de snijbonen in de grond gestopt
onder het mom van: “slechter kan het toch niet worden”.
Ik help u uit de droom, het kan nog beroerder. Morgen wordt een
krappe 7 á 8 graden voorspelt, kans op nachtvorst en harde wind met
hagelbuien. Gelukkig wordt er bij vermeld, dat er waarschijnlijk ook
records gebroken gaan worden, zodat we dat historische moment
mee mogen maken. Resumerend: in april hadden we de kroning met
het koningslied, in mei wordt het koude record gebroken.
Ben benieuwd wat de maand juni gaat brengen. Ik hoop een hittegolf
van jewelste die we dan ook weer in de analen kunnen bijschrijven.
Nederlanders staan bekend om hun gezeur.
Niet verwonderlijk, kijk naar buiten, loop naar buiten en huiver.
En klaag!! Niet dat het helpt, maar een mens moet wat. Je kan het
niet naar binnen laten keren, die onvree, die irritatie, die frustratie,
die woede. Nee, het moet er uit. Dat schijnt gezonder te zijn.
Niet binnenvetten, maar buitenvetten. Kunnen we niet iemand de
schuld hiervan geven, is er niet iemand die verantwoordelijk is voor
deze narigheid. Of een instantie. Dat doet het ook altijd goed.
Niks personaliseren, maar institutionaliseren. Jantje of Pietje de schuld
geven is lastig, temeer daar Jantje of Pietje zich kunnen verweren.
Nee, dan de schuld geven aan de hulpverlening, de politie, de regering
of gewoon aan “ze”.
Dat gewijs naar anderen is typisch iets van deze tijd. Onze filosoof des
vaderlands heeft dat onlangs volgens mij nog goed verwoord.
Hij stelde dat de individualisering van de naoorlogse periode ontstaan
is, omdat mensen voor de oorlog achter een idioot zijn aangelopen
die er rare ideeën op na hield. Die massagekte moest na de oorlog
natuurlijk nooit meer plaatsvinden en dus mocht de volkskudde nooit
meer als één niet-nadenkende amorfe massa optreden.
Mensen moesten individuen worden, als individuen nadenken, als
individuen optreden. En dat is denk ik goed gelukt.
We maken het nu zelf wel uit, ik ben ik en jij bent jij. Met jou niks te
maken, ikke-ikke-en-de-rest-kan-stikken, moet ik toch zelf weten.
Regels zijn niet belangrijk, boeit me niet, ga boeven vangen, heb je
niks beters te doen, ik ben een hard werkende Nederlander en als ik
met 150 km per uur over de snelweg jakker moeten “ze” mij niet
pakken, maar “die daar!”. Altijd die ander en niet ik.
Dus samenvattend: wie kunnen we de schuld geven van deze barre
weersomstandigheden, deze haast permanente polaire uitbraak?
Deze putdiepe depressie van Noorwegen tot Italië, die ons al weken
in een ijzige greep heeft? Naar mijn volle overtuiging heeft de
rookpot, afgestoken in de nacht van 31 december 2012 op 1 januari
2013 ter hoogte van de Vondelweg, 16e boom aan de linkerzijde van
de rijbaan komende uit noordelijke richting dit alles teweeg gebracht.
De fijnstofdeeltjes uit deze rookpot hebben de atmosfeer dermate
verziekt, dat wij hier nu de negatieve gevolgen van ondervinden.
Zo, dan is dat duidelijk. Nooit meer doen mensen! Verder over tot de
orde van de dag, over twee weken vanaf dit moment van schrijven
schiet de temperatuur omhoog, klaart de hemel op en gaan we
klagen over té hoge temperaturen, een té lange periode van droogte
en ik weet nu al wie daar verantwoordelijk voor is.
Maar daarover meer een volgende keer.
Fred
Een goede bestemming
voor 'n overvloedige oogst
Op de jaarvergadering is het al even aangekaart,
de inzameling van groente en fruit voor de voedselbank.
Rob Jansen opperde dit idee eind 2012 in De Vondelier.
In overleg met hem pakken Alet en Henk van tuin 33
dit idee verder op.
Er is inmiddels contact geweest met de Voedselbank in Velsen
en men is daar erg blij met elke bijdrage die geleverd kan worden.
Vanaf het moment dat er geoogst kan worden kan de Voedselbank
elke donderdag de vers geoogste producten komen afhalen bij
WZZO om te verdelen voor de uitgifte op vrijdag.
Doordat een eerder initiatief hiertoe van Alet en Henk op een ander
tuincomplex niet helemaal naar wens verliep, willen ze graag in contact
komen met de tuinders de tuinders die een bijdrage aan deze inzameling willen
leveren om te bespreken hoe we dit op ons complex goed kunnen gaan
organiseren.
Het verzoek is om zo snel mogelijk na het verschijnen van deze Vondelier
een mail te sturen naar alet@telfort.nl als u verwacht het komende seizoen
een deel van uw oogst te willen schenken aan de voedselbank.
Geen mail? Bellen kan ook naar 06-14832209.
We hopen dat dit een succes wordt en wij op deze manier met ons
tuincomplex een bijdrage kunnen leveren aan het goede werk van
de vrijwilligers van de voedselbank Velsen.
Meer weten over de voedselbank?: www.voedselbankvelsen.nl
WZZO © 2015 • F.H.M. Schoot Uiterkamp