de vondelier nr. 3 2011

De tuin/werkcommissie heeft ook twee nieuwe leden:

Carla de Roode en Monique van Onna.

We wensen hen veel succes.

(Natuurlijk kunnen er nog meer leden bij: vele handen maken licht werk).

De nieuwe vlag schiet op.

Er is een ontwerp gemaakt op basis van het besluit

van de jaarvergadering. Binnenkort meer nieuws hierover!

Op zaterdag 18 juni vieren we ons 65 jarig bestaan.

We zijn druk bezig het een en ander te organiseren.

Een hapje en een drankje,

maar ook een aantal leuke dingen om te doen.

Ook voor kinderen. Reserveer de dag in je agenda.

De open dag is op 3 juli.

En ook dat komt sneller dan je denkt.

Remco Visser, remcovisser01@cs.com

Dag tuingenoten,

Hierbij even een prettig bericht voor iedereen,

maar toch met name voor ons zelf.

We hebben versterking gekregen van maar liefst twee vrouwen om

de taken van de tuincommissie mee te gaan uitvoeren.

Na jaren met z’n drieën deze klus gedaan te hebben worden onze

automatisch erin geslopen gewoontes ( al dan niet prettig, onzinnig,

functioneel, slecht of goed ) overhoop gehaald en kunnen we er met

z’n vijven een nieuwe draai aan gaan geven.

We verwelkomen Monique van Onna en Carla de Roode

van harte; applaus ! ! !

Het is weer mooi tuinweer.

De tuin/werkcommissie heeft dan ook een rondje over de tuin

gelopen en speciaal naar de borders gekeken waar hoge bomen

en struiken staan.

Op de jaarvergadering hebben we afgesproken dat we geen hoge

bomen, struiken en coniferen in de borders langs het pas willen.

Voor bestaande situaties zoeken we een overgangsregeling.

Liefst willen we dat ze worden weggehaald.

Ze mogen blijven staan, behalve als ze het zicht

of het zonlicht hinderen, of de doorgang van auto’s (ambulances)

of karren hinderen.

Hoge bomen zijn slecht voor de weidevogels in de Hekslootpolder,

daarom moeten hele hoge bomen worden ingekort.

Eens vroeg er iemand van de tuin aan mij

“hoe ziet heermoes er eigenlijk uit?”

Toen dacht ik dat moet een gelukkige tuinder zijn,

niet in het bezit van heermoes.

Elke tuin bevat wel het een of ander onkruid

wat al of niet voor overlast zorgt.

De twee voornaamste manieren van verspreiden

van onkruid zijn d.m.v. zaad en d.m.v. wortelstokken.

Onder de laatste categorie vallen o.a. kweekgras,

haagwinde, zevenblad en heermoes.

Deze onkruiden kunnen als ze aan de randen van een

tuin staan erg veel overlast aan de buren gaan geven.

Daarom vragen wij met nadruk in geval

van achterstallig onderhoud om eerst een brede strook

aan de grens met de buren schoon te maken zodat

de ondergrondse woekering daar het eerst stopt.

Hier nog wat bijzonderheden van de heermoes

De verspreiding van heermoes gaat door middel van sporen die door

de wind verspreid worden. In het begin van de lente verschijnt een

dikke bleek rossige bladgroenloze stengel met sporenaren.

De sporen kunnen gedijen op kale vochtige grond.

In de loop van de lente vergaat deze stengel terwijl de groene

onvruchtbare stengels verschijnen.

De plant dringt zich meters diep de grond in en vormt wortelstokken

die snel groeien, wat de plant moeilijk uitroeibaar maakt.

Ter bestrijding wordt herhaaldelijk spitten of frezen aangeraden.

(heeft alleen zin als er geen vaste beplanting staat zodat het hele stuk

gespit kan worden). Op zichzelf leidt spitten tot verspreiding van de

wortelstokken, maar als het bij herhaling gebeurt kunnen ze niet diep

de grond in dringen en wordt de plant tenslotte uitgeput

(hier geldt wel: de aanhouder wint).

Verder is het dan zo, dat je elk sprietje wat boven de grond komt er

uit moet trekken wil je het tenslotte de baas worden.

Met enige moeite is van heermoes een plantversterkend middel te

maken dat schimmel kan helpen voorkomen.

Na het wieden van de heermoes laat je deze drogen zodat je er

langer beschikking over kunt hebben.

Kook 30 gram gedroogde heermoes (Equisetum arvense)

gedurende 20 minuten in 1 liter water.

Laat het verder een dag (niet langer het mag niet gaan rotten)

trekken, zeef het en voeg 1,5 cl zachte zeep toe.

Verdun het 1 op 4 met water en spuit hier de planten mee tegen

schimmel.

Namens de tuincommissie succes met de onkruidbestrijding !

                                                                                         Yvonne

Op de vraag uit “De Vondelier” nr 2, maart 2011,

zijn diverse antwoorden binnengekomen,

er was echter maar een goed antwoord bij.

Maar deze winnares heeft bij haar naspeuringen

er echt werk van gemaakt, want deze prijsvraag

was echt een moeilijke puzzel.

Zoals bekend, mag degene op wiens tuin de

desbetreffende foto genomen is,

uiteraard die ronde niet deelnemen.

De foto was van onze tuinders

Martin van Lammeren (tuin 71).

Het antwoord op onze vraag is dat het hier het

Groot akkerscherm of witte dille betreft.

De nieuwe prijsvraag:

“Welke plant, ziet u hier?

Denkt u het juiste antwoord te weten op deze vraag,

zet het dan op papier samen met uw naam en tuinnummer

en stop uw antwoord in postbusnummer 80 op ons tuincomplex.

Of mail uw antwoord naar het volgende e-mail adres

schne433@planet.nl (vergeet uw naam en tuinnummer niet).

Wij zijn als commissie blij dat u ook het e-mail adres heeft

gevonden om uw antwoord door te geven; bedankt!

Uit de goede inzendingen wordt een winnaar/winnares getrokken

en zij/hij ontvangt de prijs die door het bestuur ter beschikking

wordt gesteld.

Meerdere inzendingen zijn toegestaan.

De waardebon voor een zak tuin- pot en/of zaaiaarde ontvangt u van

de commissie, die alle inzendingen bestudeert, t.w. Gerard, Yvonne

en Cocky. Deze waardebon kunt u inwisselen in onze tuinwinkel.

Wij kijken uit naar uw oplossing. Heel veel succes!!!!

De winnaar/winnares van deze prijsvraagoplossing

zullen wij in de volgende uitgave van “De Vondelier” vermelden,

samen met onze nieuwe vraag.

                                                                                         Cocky

Humus wordt in het kort omschreven als

door microflora en microfauna afgebroken,

dood plantaardig en dierlijk materiaal.

Maar dat is een beetje te simpel benaderd.

Humus is veel meer.

Het bestaat vrijwel altijd en voor het

overgrote deel (net als levende wezens)

uit koolstof, want alle levensvormen

zoals wij die kennen zijn met koolstof

als basis opgebouwd.

Als dat leven komt te overlijden wordt dat

alles weer afgebroken.

Dan komt die koolstof vrij en wordt

door het bodemleven ingebouwd in

redelijk afbraakbestendige,

ingewikkelde verbindingen.

Er zijn wetenschappers die humus als een

aparte levensvorm zien.

Humus is een van de dragers van het leven

op aarde en het wordt overal gevormd

waar er maar enigszins mogelijkheden

toe bestaan.

Het Trfiesysteem

Aan de basis van het door ons best herkenbare deel staan de planten,

je zou ze de producenten kunnen noemen, zij zorgen voor de

primaire productie: het met behulp van licht, water en kooldioxide uit

de lucht maken van organische producten.

Vervolgens komen de dieren in beeld die deze organische producten

(planten dus) eten. Dat zijn de herbivoren.

Het plantaardige weefsel wordt in hun lichamen omgezet in dierlijk

weefsel dat weer gegeten wordt door de echte vleeseters of

carnivoren. Wijzelf zijn omnivoren of alleseters.

Wij eten zowel plantaardig als dierlijk weefsel.

Die hele keten van eten en gegeten worden gaat eindeloos door,

maar zoals er nieuwe exemplaren ontstaan, gaan er ook oude dood

die dan weer totaal ontleed worden tot minerale grondstoffen voor

de primaire producenten. Het is een gigantisch systeem dat nietaflatend

doorgaat als het daarvoor de kans krijgt.

Maar u en ik weten – omdat ook wij onderdeel zijn van dat systeem –

met hoeveel emoties dat proces gepaard gaat.

Al die liefde en haat die wij kennen, de ambities, het streven naar

overleven. De planten in uw tuin hebben dat ook, steeds weer

opnieuw, met als voortdurende tussenfase die humus die net zo tot

het leven behoort als de rennende paarden in de wei, de planten die

zich naar het licht rekken en de bij die de bloemen bezoekt.

Het leven boven de humuslaag is net zo gecompliceerd als het leven

erin. Dat systeem is veel sterker dan wij.

Als u met deze gedachten in uw achterhoofd naar een tuin kijkt,

is dat ineens iets heel anders dan daarvoor.

We zijn er nog niet

Tot nu toe werd alleen het afbraakproces in de humuslaag

omschreven, maar er is meer: er ontstaat ook een opbouwproces

waar we nog lang niet alles van begrijpen.

Tijdens het steeds verdere verkleinen en omzetten van die organische

afvaldeeltjes ontstaan dus nieuwe minerale deeltjes, maar die gaan

met een deel van de organische deeltjes een binding aan met

slibdeeltjes uit de ondergrond die er bijvoorbeeld via het

spijsverteringskanaal van regenwormen doorheen worden gemengd.

Er wordt dus ook steeds nieuw mineraal materiaal bijgemengd.

Dat nieuwe materiaal wordt uit die ondergrond opgelost en

losgeweekt door zuren die voor het overgrote deel weer door planten

worden afgescheiden.

De in de humuslaag levende planten helpen dus zelf ook mee aan de

vorming van nieuwe humus en niet alleen door dood te gaan.

Die bindingen die ik noemde, zijn de klei-humuscomplexen.

Dat zijn kleine clustertjes materie met ongelooflijke eigenschappen.

Er zit een heel elektrisch geladen verhaal achter (ionenwerking met

positief en negatief geladen deeltjes), maar daar zal ik u niet mee

vermoeien. Veel belangrijker is wat die klei-humuscomplexen doen.

Ze houden vocht en voedingsstoffen vast, zorgen dat vervelende

stoffen als chloor en dergelijke uitspoelen, en ze zorgen dat er

voldoende opneembaar voedsel in alle benodigde soorten voor de

planten beschikbaar is in het bodemvocht.

En dat in een zo lang mogelijk volgehouden evenwicht.

Planten die in gezonde humus groeien hebben rond hun wortels dus

voortdurend een voedzaam soepje dat ze zo naar binnen kunnen

zuigen. Het mooie is dat een levende humuslaag overal naar

ongeveer dezelfde samenstelling tendeert, stoffen uit de bodem

opneemt, maar tegelijk zorgt dat voedingsstoffen niet of nauwelijks

naar die ondergrond uitspoelen. Zo kan zandgrond die bedekt is met

een dikke laag humus eigenlijk als zeer vruchtbare grond gelden.

De verende grondlaag in een bos bestaat uit pure humus.

Niet voor niets boerden de eerste landbouwers graag op stukken

bosgrond (nadat ze eerst de bomen hadden gerooid en platgebrand).

Ze wisten nog niets van bemesting, maar hadden wel in de gaten dat

op die grond alles wilde groeien.

Tot de voedingsstoffen door hun cultuurplanten verbruikt waren

en ze noodgedwongen weer verder trokken.

Zo hebben onze voorouders duizenden jaren geleefd.

Humus is dus heel belangrijk

Het moet in de tuin liefst wel in stand worden gehouden.

Dat kan alleen door regelmatig nieuw organisch materiaal toe te

voegen en zo te zorgen dat het bodemleven dat die stoffen tot humus

moet omzetten, in stand blijft. Humus kan wel wat hebben, maar als

er voortdurend alleen maar puur chemische stoffen aan worden

toegevoegd, verliest het zijn functie en werking.

De humuslaag zal dan langzaam vervallen en verdwijnen.

Andere groeimedia

Planten kunnen ook groeien op basis van pure mineralen.

Dat heb ik hierboven al aangetoond.

Ze nemen geen organische, maar anorganische stoffen op.

Ook op kale grond of in hydrocultuur kunnen planten prima groeien,

maar in feite groeien ze dan niet meer in het grote natuurlijke systeem.

Misschien begrijpt u nu ook waarom planten weinig aan veengrond

hebben. Dat barst van de organische stoffen, maar zolang die niet tot

mineraal niveau zijn afgebroken, hebben planten daar niets aan.

Ik plant zelf wel in lagen potgrond boven een ondergrond van zand of

klei. Die potgrond is bemest en daar groeien de planten goed op.

Maar de potgrond zelf is geen voedingsbron.

Dat wordt het pas als de potgrond van onderaf door het bodemleven

wordt afgebroken en omgezet tot humus. En dat gebeurt.

Zo verrijk ik op iets langere termijn de bodem waar ik op plant.

Het werkt eigenlijk als compost die u als mulchlaag op de grond

tussen uw planten uitstrooit. Het voordeel van potgrond is echter dat

het volkomen kiem- en ziektevrij is.

Onkruid en andere lastige zaken komen er niet uit, ook niet meer uit

de afgedekte ondergrond (althans geen eenjarige onkruiden die

moeten kiemen).

Het kringloopsysteem

In een tuin heerst geen echt natuurlijk kringloopsysteem.

Daarvoor halen we in de loop van het jaar veel te veel plantenresten

weg. We zullen dus regelmatig organische stof moeten aanvullen.

Dat kan heel goed met mulchvormen (bodembekkende materialen)

zoals fabriekscompost dat ook kiemvrij is. Het effect is ook dat planten

veel grotere weerstand tegen aantastingen en ziekten krijgen.

Help de humuslaag groeien en u helpt de natuur in uw tuin !

Tuinklussen in deze periode

Moestuin

- de laatste aardappelen de grond in

- planten die veel warmte nodig hebben, voorzaaien en

  aflaten harden, zoals tomaat, paprika, peper, komkommer

  en aubergine

- bieten, snijbiet, broccoli, prei, sla en andijvie zaaien

- een begin maken met een composthoop

- een kruidentuintje aanleggen op een zonnige plek

- schoffelen, schoffelen, schoffelen

Bomen, struiken en klimplanten

- alle nieuwe aanplant geregeld water geven

- lavendel terugknippen (niet in het oude hout)

- voorjaarsbloeiers die zijn uitgebloeid, zoals forsythia, snoeien

- klimplanten controleren of ze goed zijn opgebonden

- eenjarige planten buiten zaaien

- grote pollen vaste planten delen of scheuren

- mulch tussen de planten in de border

- eventueel al plantensteunen zetten bij hoge planten

- uitgebloeide bollen uitgraven en op een achterafplaats

  zetten, zodat het loof kan afsterven

- zomerbollen planten

Border

Kuipplanten

- meer water geven, de groei zet in

- uitgebloeide bloemen verwijderen, b.v. van de violen

- bovenste laagje grond van kuipplanten vervangen

  door goede potgrond

- daarnaast om de drie jaar alle grond in de pot vervangen

  door goede potgrond

- beginnen met het regelmatig geven van plantenvoeding

Ik ben niet bepaald opgegroeid in een natuurgebied;

Velsen Noord was toen al een echt industriedorp,

al ging nog altijd paard en wagen door de straten.

Toch konden wij spelen vlak bij huis in uitgestrekte

weiden die ’s zomers vol stonden met witte klaver.

We sprongen over (of in) de sloten, hoefden niet op te passen voor

auto’s en kwamen met armen vol boterbloemen en zuring thuis.

Nog steeds zwijmel ik bij de geur van witte klaver.

Pluk maar eens een bloempje en ruik eraan, er kan geen geur tegenop.

Onderstaand gedicht sprak me erg aan, hoe zouden we groot geworden

zijn zonder die gewaarwordingen die ons nog altijd lief zijn?

Schommel aan de kastanjeboom

hoe zou ze groot geworden zijn

als er geen toverdingen waren geweest

tussen de struiken, geen schommel

had gedeind aan de kastanjeboom

als er geen berk van zilver was gegroeid

op het grafje van haar lievelingskat

en de eekhoorns in het wilde bos

niet langs de beuken gleden

hoe anders zou ze groot geworden zijn

zonder appelbomen die rustig

fluisterden- een kinderdroom van

bloesem, gekte en het verlangen

populieren ritselend bij de sloot

goochelden vuurwerk uit het licht- dan

waaiend herfstblad en gras dat langs

de schommel golfde- hoger, vrijer

duizelende vaart, en seizoenen van wind:

eerste liefde bij de treurwilg, hoe

anders, zonder een tijdloos geheim

gevonden en bewaard in de holle boom

van : Annelies Joma