Als ik dit stukje schrijf kom ik net terug van de tuin,
waar ik de hele avond met gieters water uit de sloot
al het jonge plantgoed heb voorzien van een flinke scheut vocht.
Alleen, als je de volgende dag terug komt,
staat het plantje je aan te kijken van “ is er nog een beetje water”.
Het is bijna niet te zien, dat het de dag daarvoor nog heeft gehad.
Zo droog in de periode maart/april heb ik niet vaak meegemaakt.
Het onkruid heeft het zelfs moeilijk. Het is wel prettig schoffelen.
Een buitje zou welkom zijn, maar dat valt zomaar niet te regelen.
Gewoon doorgaan met gieters vullen.
De eend die me vanaf zijn nest aan de slootkant al deze weken
heeft gadegeslagen, zal het een worst zijn.
Ze heeft inmiddels negen pulletjes uitgebroed.
Een prachtig gezicht.
In de vorige Vondelier heb ik vermeld,
dat de barbecue op10 september zou plaats vinden.
Deze datum verschuift een week naar voren wegens
omstandigheden.
Dus 3 september in uw agenda wijzigen.
Nadere invulling en informatie volgt.
We gaan ons opmaken voor de voorjaarsvakanties,
leuke dingen doen en meemaken.
En voor wie gewoon thuis blijft:
Veel tuinplezier!
John van der Lubbe
mei 2011
De tuin/werkcommissie heeft ook twee nieuwe leden:
Carla de Roode en Monique van Onna.
We wensen hen veel succes.
(Natuurlijk kunnen er nog meer leden bij: vele handen maken licht werk).
De nieuwe vlag schiet op.
Er is een ontwerp gemaakt op basis van het besluit
van de jaarvergadering. Binnenkort meer nieuws hierover!
Op zaterdag 18 juni vieren we ons 65 jarig bestaan.
We zijn druk bezig het een en ander te organiseren.
Een hapje en een drankje,
maar ook een aantal leuke dingen om te doen.
Ook voor kinderen. Reserveer de dag in je agenda.
De open dag is op 3 juli.
En ook dat komt sneller dan je denkt.
Remco Visser, remcovisser01@cs.com
Dag tuingenoten,
Hierbij even een prettig bericht voor iedereen,
maar toch met name voor ons zelf.
We hebben versterking gekregen van maar liefst twee vrouwen om
de taken van de tuincommissie mee te gaan uitvoeren.
Na jaren met z’n drieën deze klus gedaan te hebben worden onze
automatisch erin geslopen gewoontes ( al dan niet prettig, onzinnig,
functioneel, slecht of goed ) overhoop gehaald en kunnen we er met
z’n vijven een nieuwe draai aan gaan geven.
We verwelkomen Monique van Onna en Carla de Roode
van harte; applaus ! ! !
Het is weer mooi tuinweer.
De tuin/werkcommissie heeft dan ook een rondje over de tuin
gelopen en speciaal naar de borders gekeken waar hoge bomen
en struiken staan.
Op de jaarvergadering hebben we afgesproken dat we geen hoge
bomen, struiken en coniferen in de borders langs het pas willen.
Voor bestaande situaties zoeken we een overgangsregeling.
Liefst willen we dat ze worden weggehaald.
Ze mogen blijven staan, behalve als ze het zicht
of het zonlicht hinderen, of de doorgang van auto’s (ambulances)
of karren hinderen.
Hoge bomen zijn slecht voor de weidevogels in de Hekslootpolder,
daarom moeten hele hoge bomen worden ingekort.
Eens vroeg er iemand van de tuin aan mij
“hoe ziet heermoes er eigenlijk uit?”
Toen dacht ik dat moet een gelukkige tuinder zijn,
niet in het bezit van heermoes.
Elke tuin bevat wel het een of ander onkruid
wat al of niet voor overlast zorgt.
De twee voornaamste manieren van verspreiden
van onkruid zijn d.m.v. zaad en d.m.v. wortelstokken.
Onder de laatste categorie vallen o.a. kweekgras,
haagwinde, zevenblad en heermoes.
Deze onkruiden kunnen als ze aan de randen van een
tuin staan erg veel overlast aan de buren gaan geven.
Daarom vragen wij met nadruk in geval
van achterstallig onderhoud om eerst een brede strook
aan de grens met de buren schoon te maken zodat
de ondergrondse woekering daar het eerst stopt.
Hier nog wat bijzonderheden van de heermoes
De verspreiding van heermoes gaat door middel van sporen die door
de wind verspreid worden. In het begin van de lente verschijnt een
dikke bleek rossige bladgroenloze stengel met sporenaren.
De sporen kunnen gedijen op kale vochtige grond.
In de loop van de lente vergaat deze stengel terwijl de groene
onvruchtbare stengels verschijnen.
De plant dringt zich meters diep de grond in en vormt wortelstokken
die snel groeien, wat de plant moeilijk uitroeibaar maakt.
Ter bestrijding wordt herhaaldelijk spitten of frezen aangeraden.
(heeft alleen zin als er geen vaste beplanting staat zodat het hele stuk
gespit kan worden). Op zichzelf leidt spitten tot verspreiding van de
wortelstokken, maar als het bij herhaling gebeurt kunnen ze niet diep
de grond in dringen en wordt de plant tenslotte uitgeput
(hier geldt wel: de aanhouder wint).
Verder is het dan zo, dat je elk sprietje wat boven de grond komt er
uit moet trekken wil je het tenslotte de baas worden.
Met enige moeite is van heermoes een plantversterkend middel te
maken dat schimmel kan helpen voorkomen.
Na het wieden van de heermoes laat je deze drogen zodat je er
langer beschikking over kunt hebben.
Kook 30 gram gedroogde heermoes (Equisetum arvense)
gedurende 20 minuten in 1 liter water.
Laat het verder een dag (niet langer het mag niet gaan rotten)
trekken, zeef het en voeg 1,5 cl zachte zeep toe.
Verdun het 1 op 4 met water en spuit hier de planten mee tegen
schimmel.
Namens de tuincommissie succes met de onkruidbestrijding !
Yvonne
Op de vraag uit “De Vondelier” nr 2, maart 2011,
zijn diverse antwoorden binnengekomen,
er was echter maar een goed antwoord bij.
Maar deze winnares heeft bij haar naspeuringen
er echt werk van gemaakt, want deze prijsvraag
was echt een moeilijke puzzel.
Zoals bekend, mag degene op wiens tuin de
desbetreffende foto genomen is,
uiteraard die ronde niet deelnemen.
De foto was van onze tuinders
Martin van Lammeren (tuin 71).
Het antwoord op onze vraag is dat het hier het
Groot akkerscherm of witte dille betreft.
De nieuwe prijsvraag:
“Welke plant, ziet u hier?
Denkt u het juiste antwoord te weten op deze vraag,
zet het dan op papier samen met uw naam en tuinnummer
en stop uw antwoord in postbusnummer 80 op ons tuincomplex.
Of mail uw antwoord naar het volgende e-mail adres
schne433@planet.nl (vergeet uw naam en tuinnummer niet).
Wij zijn als commissie blij dat u ook het e-mail adres heeft
gevonden om uw antwoord door te geven; bedankt!
Uit de goede inzendingen wordt een winnaar/winnares getrokken
en zij/hij ontvangt de prijs die door het bestuur ter beschikking
wordt gesteld.
Meerdere inzendingen zijn toegestaan.
De waardebon voor een zak tuin- pot en/of zaaiaarde ontvangt u van
de commissie, die alle inzendingen bestudeert, t.w. Gerard, Yvonne
en Cocky. Deze waardebon kunt u inwisselen in onze tuinwinkel.
Wij kijken uit naar uw oplossing. Heel veel succes!!!!
De winnaar/winnares van deze prijsvraagoplossing
zullen wij in de volgende uitgave van “De Vondelier” vermelden,
samen met onze nieuwe vraag.
Cocky
Humus wordt in het kort omschreven als
door microflora en microfauna afgebroken,
dood plantaardig en dierlijk materiaal.
Maar dat is een beetje te simpel benaderd.
Humus is veel meer.
Het bestaat vrijwel altijd en voor het
overgrote deel (net als levende wezens)
uit koolstof, want alle levensvormen
zoals wij die kennen zijn met koolstof
als basis opgebouwd.
Als dat leven komt te overlijden wordt dat
alles weer afgebroken.
Dan komt die koolstof vrij en wordt
door het bodemleven ingebouwd in
redelijk afbraakbestendige,
ingewikkelde verbindingen.
Er zijn wetenschappers die humus als een
aparte levensvorm zien.
Humus is een van de dragers van het leven
op aarde en het wordt overal gevormd
waar er maar enigszins mogelijkheden
toe bestaan.
Het Trfiesysteem
Aan de basis van het door ons best herkenbare deel staan de planten,
je zou ze de producenten kunnen noemen, zij zorgen voor de
primaire productie: het met behulp van licht, water en kooldioxide uit
de lucht maken van organische producten.
Vervolgens komen de dieren in beeld die deze organische producten
(planten dus) eten. Dat zijn de herbivoren.
Het plantaardige weefsel wordt in hun lichamen omgezet in dierlijk
weefsel dat weer gegeten wordt door de echte vleeseters of
carnivoren. Wijzelf zijn omnivoren of alleseters.
Wij eten zowel plantaardig als dierlijk weefsel.
Die hele keten van eten en gegeten worden gaat eindeloos door,
maar zoals er nieuwe exemplaren ontstaan, gaan er ook oude dood
die dan weer totaal ontleed worden tot minerale grondstoffen voor
de primaire producenten. Het is een gigantisch systeem dat nietaflatend
doorgaat als het daarvoor de kans krijgt.
Maar u en ik weten – omdat ook wij onderdeel zijn van dat systeem –
met hoeveel emoties dat proces gepaard gaat.
Al die liefde en haat die wij kennen, de ambities, het streven naar
overleven. De planten in uw tuin hebben dat ook, steeds weer
opnieuw, met als voortdurende tussenfase die humus die net zo tot
het leven behoort als de rennende paarden in de wei, de planten die
zich naar het licht rekken en de bij die de bloemen bezoekt.
Het leven boven de humuslaag is net zo gecompliceerd als het leven
erin. Dat systeem is veel sterker dan wij.
Als u met deze gedachten in uw achterhoofd naar een tuin kijkt,
is dat ineens iets heel anders dan daarvoor.
We zijn er nog niet
Tot nu toe werd alleen het afbraakproces in de humuslaag
omschreven, maar er is meer: er ontstaat ook een opbouwproces
waar we nog lang niet alles van begrijpen.
Tijdens het steeds verdere verkleinen en omzetten van die organische
afvaldeeltjes ontstaan dus nieuwe minerale deeltjes, maar die gaan
met een deel van de organische deeltjes een binding aan met
slibdeeltjes uit de ondergrond die er bijvoorbeeld via het
spijsverteringskanaal van regenwormen doorheen worden gemengd.
Er wordt dus ook steeds nieuw mineraal materiaal bijgemengd.
Dat nieuwe materiaal wordt uit die ondergrond opgelost en
losgeweekt door zuren die voor het overgrote deel weer door planten
worden afgescheiden.
De in de humuslaag levende planten helpen dus zelf ook mee aan de
vorming van nieuwe humus en niet alleen door dood te gaan.
Die bindingen die ik noemde, zijn de klei-humuscomplexen.
Dat zijn kleine clustertjes materie met ongelooflijke eigenschappen.
Er zit een heel elektrisch geladen verhaal achter (ionenwerking met
positief en negatief geladen deeltjes), maar daar zal ik u niet mee
vermoeien. Veel belangrijker is wat die klei-humuscomplexen doen.
Ze houden vocht en voedingsstoffen vast, zorgen dat vervelende
stoffen als chloor en dergelijke uitspoelen, en ze zorgen dat er
voldoende opneembaar voedsel in alle benodigde soorten voor de
planten beschikbaar is in het bodemvocht.
En dat in een zo lang mogelijk volgehouden evenwicht.
Planten die in gezonde humus groeien hebben rond hun wortels dus
voortdurend een voedzaam soepje dat ze zo naar binnen kunnen
zuigen. Het mooie is dat een levende humuslaag overal naar
ongeveer dezelfde samenstelling tendeert, stoffen uit de bodem
opneemt, maar tegelijk zorgt dat voedingsstoffen niet of nauwelijks
naar die ondergrond uitspoelen. Zo kan zandgrond die bedekt is met
een dikke laag humus eigenlijk als zeer vruchtbare grond gelden.
De verende grondlaag in een bos bestaat uit pure humus.
Niet voor niets boerden de eerste landbouwers graag op stukken
bosgrond (nadat ze eerst de bomen hadden gerooid en platgebrand).
Ze wisten nog niets van bemesting, maar hadden wel in de gaten dat
op die grond alles wilde groeien.
Tot de voedingsstoffen door hun cultuurplanten verbruikt waren
en ze noodgedwongen weer verder trokken.
Zo hebben onze voorouders duizenden jaren geleefd.
Humus is dus heel belangrijk
Het moet in de tuin liefst wel in stand worden gehouden.
Dat kan alleen door regelmatig nieuw organisch materiaal toe te
voegen en zo te zorgen dat het bodemleven dat die stoffen tot humus
moet omzetten, in stand blijft. Humus kan wel wat hebben, maar als
er voortdurend alleen maar puur chemische stoffen aan worden
toegevoegd, verliest het zijn functie en werking.
De humuslaag zal dan langzaam vervallen en verdwijnen.
Andere groeimedia
Planten kunnen ook groeien op basis van pure mineralen.
Dat heb ik hierboven al aangetoond.
Ze nemen geen organische, maar anorganische stoffen op.
Ook op kale grond of in hydrocultuur kunnen planten prima groeien,
maar in feite groeien ze dan niet meer in het grote natuurlijke systeem.
Misschien begrijpt u nu ook waarom planten weinig aan veengrond
hebben. Dat barst van de organische stoffen, maar zolang die niet tot
mineraal niveau zijn afgebroken, hebben planten daar niets aan.
Ik plant zelf wel in lagen potgrond boven een ondergrond van zand of
klei. Die potgrond is bemest en daar groeien de planten goed op.
Maar de potgrond zelf is geen voedingsbron.
Dat wordt het pas als de potgrond van onderaf door het bodemleven
wordt afgebroken en omgezet tot humus. En dat gebeurt.
Zo verrijk ik op iets langere termijn de bodem waar ik op plant.
Het werkt eigenlijk als compost die u als mulchlaag op de grond
tussen uw planten uitstrooit. Het voordeel van potgrond is echter dat
het volkomen kiem- en ziektevrij is.
Onkruid en andere lastige zaken komen er niet uit, ook niet meer uit
de afgedekte ondergrond (althans geen eenjarige onkruiden die
moeten kiemen).
Het kringloopsysteem
In een tuin heerst geen echt natuurlijk kringloopsysteem.
Daarvoor halen we in de loop van het jaar veel te veel plantenresten
weg. We zullen dus regelmatig organische stof moeten aanvullen.
Dat kan heel goed met mulchvormen (bodembekkende materialen)
zoals fabriekscompost dat ook kiemvrij is. Het effect is ook dat planten
veel grotere weerstand tegen aantastingen en ziekten krijgen.
Help de humuslaag groeien en u helpt de natuur in uw tuin !
Tuinklussen in deze periode
Moestuin
- de laatste aardappelen de grond in
- planten die veel warmte nodig hebben, voorzaaien en
aflaten harden, zoals tomaat, paprika, peper, komkommer
en aubergine
- bieten, snijbiet, broccoli, prei, sla en andijvie zaaien
- een begin maken met een composthoop
- een kruidentuintje aanleggen op een zonnige plek
- schoffelen, schoffelen, schoffelen
Bomen, struiken en klimplanten
- alle nieuwe aanplant geregeld water geven
- lavendel terugknippen (niet in het oude hout)
- voorjaarsbloeiers die zijn uitgebloeid, zoals forsythia, snoeien
- klimplanten controleren of ze goed zijn opgebonden
- eenjarige planten buiten zaaien
- grote pollen vaste planten delen of scheuren
- mulch tussen de planten in de border
- eventueel al plantensteunen zetten bij hoge planten
- uitgebloeide bollen uitgraven en op een achterafplaats
zetten, zodat het loof kan afsterven
- zomerbollen planten
Border
Kuipplanten
- meer water geven, de groei zet in
- uitgebloeide bloemen verwijderen, b.v. van de violen
- bovenste laagje grond van kuipplanten vervangen
door goede potgrond
- daarnaast om de drie jaar alle grond in de pot vervangen
door goede potgrond
- beginnen met het regelmatig geven van plantenvoeding
Ik ben niet bepaald opgegroeid in een natuurgebied;
Velsen Noord was toen al een echt industriedorp,
al ging nog altijd paard en wagen door de straten.
Toch konden wij spelen vlak bij huis in uitgestrekte
weiden die ’s zomers vol stonden met witte klaver.
We sprongen over (of in) de sloten, hoefden niet op te passen voor
auto’s en kwamen met armen vol boterbloemen en zuring thuis.
Nog steeds zwijmel ik bij de geur van witte klaver.
Pluk maar eens een bloempje en ruik eraan, er kan geen geur tegenop.
Onderstaand gedicht sprak me erg aan, hoe zouden we groot geworden
zijn zonder die gewaarwordingen die ons nog altijd lief zijn?
Schommel aan de kastanjeboom
hoe zou ze groot geworden zijn
als er geen toverdingen waren geweest
tussen de struiken, geen schommel
had gedeind aan de kastanjeboom
als er geen berk van zilver was gegroeid
op het grafje van haar lievelingskat
en de eekhoorns in het wilde bos
niet langs de beuken gleden
hoe anders zou ze groot geworden zijn
zonder appelbomen die rustig
fluisterden- een kinderdroom van
bloesem, gekte en het verlangen
populieren ritselend bij de sloot
goochelden vuurwerk uit het licht- dan
waaiend herfstblad en gras dat langs
de schommel golfde- hoger, vrijer
duizelende vaart, en seizoenen van wind:
eerste liefde bij de treurwilg, hoe
anders, zonder een tijdloos geheim
gevonden en bewaard in de holle boom
van : Annelies Joma
WZZO © 2015 • F.H.M. Schoot Uiterkamp