de vondelier nr. 2 2011

Vrijwel iedereen was op de jaarvergadering, zaterdag 5 maart in ons

mooie clubhuis.

En er waren heel wat punten te bespreken en te bediscussiëren.

Het begon al met het huishoudelijk reglement en de bouwvoorschriften.

Zo is in het verleden al veel gesproken over motorpompen

en andere herrieapparaten. In de verslagen van de jaarvergaderingen

is daar wel wat over te vinden. Aan de ene kant willen we allemaal

dat het op de tuin rustig is, om te kunnen genieten. Anderzijds moet

ook soms het gras worden gemaaid, gesproeid of gefreesd.

Na het uitwisselen van de argumenten hebben we gestemd

over het voorstel dat het op zaterdag en zondag tussen

12 uur 's middags en middernacht rustig moet zijn.

Dit voorstel werd met algemene stemmen aangenomen.

Door de week zijn de regels versoepeld, hoewel een deel van de

leden dit jammer vond.

Natuurlijk geldt altijd dat je rekening houdt met je buren.

Bomen, coniferen en hoge struiken in de border is ook zo'n heikel

punt. Natuurlijk staan ze er op sommige plekken al jaren lang.

Vervelend is dat ze de zon bij anderen weghalen.

We hebben afgesproken dat de tuincommissie over zulke

bestaande gevallen een afspraak maakt met de betreffende tuinder.

De bedoeling is om geen hinder aan anderen te veroorzaken en ook

het vrije zicht over de tuin te behouden.

Iedereen vond de kleurbepaling van de huisjes overbodig.

Natuurlijk vragen we iedereen daar naar eigen inzicht mee om te

gaan: passend is het juiste woord.

Het bestuur zal geen lijsten met toegestane kleuren gaan maken.

We zullen binnenkort een nieuwe aangepaste versie van het

reglement en de bouwvoorschriften publiceren.

Ook vrijwel alle meeste leden stemden in om het oude logo van de

WZZO weer in ere te herstellen.

We zullen het plaatje nog laten verbeteren door een grafisch

ontwerper en laten er dan een mooie vlag van maken.

Jan Voorbraak en Harry Vis namen afscheid van het bestuur.

John sprak mooie woorden en bedankte hen voor hun inzet.

Menno Blokhuizen en Rob Groenendijk nemen hun plaatsen in.

We wensen hen veel succes.

Een ingewikkeld onderwerp was de samenstelling van de

Beheercommissie. Het bestuur heeft het afgelopen jaar gesprekken

met de leden van deze commissie gevoerd, over de gebrekkige

communicatie in deze commissie. Uiteindelijk heeft het bestuur

moeten beslissen om Willem Wierda afscheid uit deze commissie te

laten nemen. Ongeacht dit feit heeft het bestuur veel waardering voor

de inzet van Willem in deze en andere commissies.

De leden van de vergadering stemden daar met applaus mee in.

Peter Huiberts zal aan het eind van het jaar stoppen met de

Tuin/Werkcommissie. Daarom zijn we naarstig op zoek naar nieuwe

leden voor deze commissie. Dat mogen er ook meer dan twee zijn.

Dat maakt het werk alleen maar makkelijker te verdelen.

Ook is er een nieuwe commissie: de Commissie algemeen groen,

die gaat over het onderhoud van de algemene borders langs het pad

bij het clubhuis.

Nog een opmerking van buiten de vergadering:

het nieuwe voorjaar maakt dat iedereen aan het opruimen is.

Neem afval mee naar huis en zet het zeker niet buiten het hek neer!

                                                     Remco Visser: remcovisser01@cs.com

In overleg met de redactie had ik het genoegen

een interview te mogen maken met Jan Voorbraak

bij zijn uittreden uit het bestuur van W.Z.Z.O.

Interview met Jan Voorbraak

Jan is begonnen in 1983 op het oude complex aan

de Vondelweg met een tuin van 100 m², waarop hij

grotendeels groenten en chrysanten teelde.

Als je nu eens terug gaat naar dit prille begin en kijk naar nu,

wat is dan het verschil?

Er was meer gezelligheid op de tuin, omdat het toen een klein perceel

was. Iedereen sprak elkaar aan en je kende alle mensen.

De sociale verbondenheid was daar heel sterk.

Als je nu naar je tuin gaat, zal je veel andere tuinders niet meer ontmoeten

of spreken, tenzij je een ronde maakt over het hele complex.

Ook de samenstelling van de tuinleden was natuurlijk heel anders.

Zeker in 1983 was het uitsluitend een mannenwereld en niet al te

jong in leeftijd. Vergeleken met nu ziet het er dan toch wel heel anders

uit. Daardoor zou het nu eigenlijk juist veel gezelliger moeten zijn.

Wat zou de sleutel moeten zijn naar meer homogeniteit denk je?

Niet alleen een vraag naar het bestuur toe, maar ook naar onszelf.

Misschien worden hierdoor suggesties aangereikt om er in de nabije

toekomst iets mee te doen.

Ik denk nog steeds, dat als je, vooral de nieuwe leden zou mogen

interviewen en hun verhalen in De Vondelier kan lezen, dat je dan

wat meer onderlinge bekendheid zou kunnen bereiken.

Heb je in de begintijd ook nog een bestuursfunctie gehad?

Ik heb op het oude complex ook een periode in het bestuur gezeten,

van wanneer en hoelang dat was weet ik niet meer hoor. In 2005 ben

ik opnieuw in het bestuur gekomen. Ik ben wel altijd lid geweest.

Wat is de reden dat je nu gaat stoppen?

De vele vragen van de mensen met onze antwoorden, dat was nooit

het probleem. Maar al het werk dat daar uit voort komt gaat mij nu

een beetje te veel worden. Het is nu genoeg geweest en wil daarom

er nu mee stoppen voor het misschien te veel wordt en gaat tegen

staan. Dus bovengenoemde werkzaamheden ga ik niet meer doen.

Daar zullen, voor zover mogelijk, door Rob Groenendijk en Menzo

Blokhuizen, een invulling aan gegeven moeten worden. Ik zei wel,

zoveel mogelijk, want het verschil met mij is dat deze mensen

overdag nog naar hun baas moeten, dus niet de hele dag op de tuin

kunnen zijn. Dit was ik dus wel.

Ja, daar zullen we allemaal rekening mee moeten houden en dus ook

aan moeten wennen. Maar gelukkig kunnen we blij zijn met onze

twee nieuwe bestuursleden.

Al ga je dan wel weg uit het bestuur, je blijft nog wel lekker tuinen?

Ja dat is voorlopig zeker nog de bedoeling.

Ik zou er nog niet aan moeten denken om dit te moeten missen.

Daarbij, onderschat niet de sociale contacten die je met elkaar hebt.

Dat is wel degelijk een belangrijk deel van het tuingebeuren en dat

speelt zeker bij ons ouderen een grote rol.

Jan, in mijn 1e regel heb ik te kennen gegeven, dat ik het fijn zou vinden

om met jou dit interview te mogen doen.

Kan jij nu, met eigen woorden proberen weer te geven,

hoe je op deze lange periode van het lid zijn van WZZO,

diverse jaren in bestuursfuncties, met zo veel mensen omgaan

en alles op te bouwen en gewerkt te hebben, terugkijkt?

Voor mij is dit moeilijk om hier zelf iets over te vertellen.

Ja, wat zal ik daar op zeggen?

Allereerst ik moest niets, ik heb het helemaal uit eigen vrije wil gedaan.

Ik vind, dat ik in al die jaren een heel fijne tijd heb gehad.

Dat ik door al die jaren heen aan zoveel dingen heb kunnen mee

doen, op allerlei manieren van organiseren, verhuizen, bouwen,

met daaruit alle contacten met Rijnland en Gemeente, voorkomende

werkzaamheden, zou te veel zijn om op te noemen.

Samengevat, het bestuur draait geweldig met dan nu ook nog nieuwe

ondersteuning.

Ik kan nu stoppen met een goed gevoel, want ik heb nu genoeg gedaan.

En dan nog iets heel anders Jan.

Stel dat je toch nog de komende tijd wel in het bestuur zou zitten.

Wat zou jij dan nog graag willen verwezenlijken, veranderen of

verbeteren?

Wat ik dan graag zou willen is: ons parkeerterrein laten asfalteren,

met een daarbij horende vakverdeling. Dan hoef je niet met uitstappen in grote

plassen te staan. Je kan met goede schoenen op en af je tuin, zonder je schoenen en auto te vervuilen en niet te vergeten een goed aanzicht bij de entree van de tuin.

Dit terrein is natuurlijk wel van de Gemeente, m.a.w. wie weet lukt dit?

Ja, dan de andere kant van ons hek, het hoofdpad. Stel dat de

gemeente, hoe dan ook, ons tegemoet zou komen, dan moesten wij

het meteen waarnemen ons hoofdpad (1100 m²), ook te doen.

Denk ook eens aan het aanzicht, het gebruik en niet te vergeten géén

onkruid meer, dus ook geen onderhoud. Kijk eens bij onze buren

“Zonder Werken Niets”. Het ziet er prachtig uit.

Als laatste, dit is niet iets nieuws, het beter zelf afvoeren van rommel                       die we niet meer gebruiken, maar wel opslaan. Hier strenger op toe

zien. Als er toch nog eens een paar mensen zich willen aansluiten bij

te tuin/werkcommissie, zou dit dan toch mogelijk moeten zijn?

Ook hiermee zou je het aanzicht van ons complex sterk verbeteren.

Dan als laatste denk ik Jan, kan je nog iets vertellen wat buiten het

tuingebeuren valt, zoals hobby’s?

Ik heb vroeger veel geknutseld op velerlei gebied. Wat ik erg leuk

vond is werken met glas in lood. Ook oude klokken hadden mijn

interesse, daar kon je lang mee bezig zijn voordat hij weer de juiste

tijd aangaf. Boeken lezen doe ik ook graag en zeker in de donkere

wintertijd. Dit was het wel zo’n beetje, maar nu is de tuin meer dan

genoeg, mede in combinatie met mijn sociale contacten en vergeet

hierbij mijn kinderen en kleinkinderen niet. Hiermee worden de

dagen zo door ingevuld, dat dit meer dan genoeg is.

Eén ding kan ik nog wel vertellen. De maandagavond is mij heilig.

Hier komt niemand aan. Al 10 jaar lang is dit zo. Dan ga ik namelijk

zwemmen ’s avonds. Om 18.30 uur de deur uit en om 21 uur weer

thuis. Dat is zwemmen met 23 gehandicapten mensen.

Deze moeten voor 100% begeleid worden in de verhouding van één

begeleider op maximaal 2 mensen (alle leeftijden).

Dit is zo’n mooi gebeuren, alles moet hier, bij mij, voor wijken. Als er

een verjaardag is, dat is dan jammer, want ik ga naar deze kinderen.

Jan, ik vind dit een prachtig verhaal al was je eerst wat terughoudend om

het te vertellen, maar ik kon je over de streep trekken en noem dit TOP hoor.

Dat mensen zo als jij, tuinman van 71 jaar, dit al zoveel jaren dit doet.

We kunnen gaan afronden met dit verhaal. Ik denk niet, maar ik weet het

zeker, dat als men dit stukje over jou heeft gelezen, dat men nog wel even

zal nadenken wie Jan Voorbraak wel eigenlijk is.

Wat heeft deze man in al die jaren voor ons persoonlijk, maar ook voor

de vereniging in het algemeen, betekend. Ik ben er van overtuigd,

dat het bestuur en wij als leden, je ontzettend dankbaar moeten zijn.

Met dit goede gevoel in je, kan je nog heel wat jaartjes voort op je eigen tuin.

Nog een heel goede tijd gewenst !

                                                    Namens de redactie, Bas (tuin nr 6)

Op de vraag uit “De Vondelier” nummer 1 - februari,

zijn diverse antwoorden binnengekomen,

waarbij over het algemeen alleen maar goede.

Het werd dus uit de hoge hoed trekken.

Deze prijsvraagfoto was zo gezegd een “hit”.

Menigeen die dit dier op zijn/haar tuin ooit eens heeft

gevonden, vindt het een engerd en/of een draak.

Zoals bekend, mag degene op wiens tuin de desbetreffende

foto genomen is, uiteraard die ronde niet deelnemen.

De foto, was van een van de commissieleden

en het betrof hier de “Veenmol”.

De nieuwe prijsvraag: (de foto komt van een van onze tuinders).

“Welke plant, ziet u hier?

Denkt u het juiste antwoord te weten op deze vraag, zet het dan op

papier samen met uw naam en tuinnummer en stop uw antwoord

in postbusnummer 80 op ons tuincomplex.

Of mail uw antwoord naar het volgende e-mail adres

schne433@planet.nl (vergeet uw naam en tuinnummer niet).

Wij zijn als commissie blij dat u ook het e-mail adres hebt gevonden

om uw antwoord door te geven, bedankt!

Uit de goede inzenders wordt een winnaar/winnares getrokken en zij/

hij ontvangt de prijs die door het bestuur ter beschikking wordt gesteld.

Meerdere inzendingen zijn toegestaan.

De waardebon voor een zak tuin- pot en/of zaaiaarde ontvangt u van

de commissie, die alle inzendingen bestudeert, t.w. Gerard, Yvonne

en Cocky.

Deze waardebon kunt u inwisselen in onze tuinwinkel.

Wij kijken uit naar uw oplossing. Heel veel succes ! ! !

De winnaar/winnares van deze prijsvraagoplossing zullen wij in de

volgende uitgave van “De Vondelier” vermelden, samen met onze

nieuwe vraag.

De winnaar van de prijsvraag uit “De Vondelier”

nr.1 – februari 2011

is na loting Karel van tuin 64 geworden.

Gefeliciteerd !

In de volgende editie van “De Vondelier”

komt zijn foto te staan.

                                              Cocky

Mooi monster ….

Op 8 februari groef ik een diep gat in mijn natte tuin.

Land droogleggen – ons land is er groot mee geworden.

Ook ik heb succes, want nu het regenwater weer kan weglopen naar

het grondwater droogt mijn tuin.

Maar ik ben nog niet klaar, want anderhalve week later staat er een

bruidsschat van 24 zakken bladeren langs het pad.

Van Karel, voor de nieuwe moestuin. Ik ga dit allemaal onder

werken in een perceel van 100 m2. Het kost me acht dagen bloed, zweet

en tranen. Dan zijn de 24 zakken leeg en ligt mijn tuin

weer een stukje hoger. Halverwege de spitklus vind ik het monster.

‘Kijk nou eens, Gijs. Wat is dat?’ ‘Een veenmol,’ zegt mijn buurman.

Het beest lijkt op een grote krekel, met enorme voorpoten en flinke

kaken. Zijn bovenlijf is bekleed met een grijs vachtje.

De borst en buik zijn oranje.

We maken foto’s, terwijl de slaperige veenmol probeert weg te

kruipen onder een kluit aarde op mijn schep.

Thuis zoek ik op het internet naar gegevens over het beest.

Op tuin 52 ben ik nooit zo’n bijzondere gast tegengekomen.

Nieuwe tuin = nieuwe uitdagingen + nieuwe monsters?

En wat lees ik: de veenmol voedt zich met grote hoeveelheden

groente. Hij is een gemakkelijke eter. Vlees lust hij ook. Als je hem

echt wilt verwennen moet je hem worteltjes en regenwormen geven.

Bijna poëtisch zijn enkele regels over de voortplanting .

Het mannetje graaft een tunnel waarin hij gaat zitten tsjirpen.

Door de holle ruimte wordt het geluid versterkt.

Een hunkerende vrouwtjesveenmol werkt zich vol verwachting naar

hem toe…. en legt driehonderd eitjes. Dat is een ontnuchterende

mededeling, want wie wil zo’n gezin te eten geven? Al doen de

kleintjes zich ook tegoed aan elkaar, één zal er logischerwijs toch

overblijven. Mijn buren kunnen erover meepraten, want de veenmol

is vaker gezien in tuinen aan de buitensloot. Ze vragen me dan ook:

‘Wat heb je ermee gedaan?’

Ik vertel dat ik de oranje dame vliegles over het grote water heb

gegeven. Jan kijkt me aan met een blik van ik-had-je-slimmeringeschat.

‘Dacht je dat hij niet kon zwemmen?’

‘Natuurlijk kan hij dat,’ zeg ik waardig. ‘Alle beesten in mijn tuin

kunnen zwemmen.’

Zet de schep maar eens op zo’n mooi monster. Ik kan het niet.

Mijn veenmol mag verder leven – verderop, bedoel ik.

Gerard doet een sombere voorspelling: ‘Hij zwemt vanavond nog

terug naar tuin 1.’ ‘Nee,’ zeg ik, ‘want ik heb hem een kokertje om

gedaan met een briefje erin: TERUGBEZORGEN TUIN 3.’

                                                                                           Carla

Nee Fred, nu niet weer z**ken over het weer, alsjeblieft zeg.

Te koud, te nat, te droog, teveel wind. Goed, dat doen we

dus niet (meer). Waarover kunnen we dan wel z**ken.

Wij Nederlanders zijn erg goed in het z**ken, waarover maakt niet uit,

als er maar te z**ken valt.Waarin we kunnen z**ken, hebben we enige

tijd geleden uit de krant kunnen halen, namenlijk in de brievenbus.

En daarover kunnen we dus ook weer lekker z**ken.

Ik stel voor om dit jaar alles eens van de positieve kant te aanschouwen,

zelfs als er iets is dat zich van zijn meest zwarte kant heeft laten zien.

Welnu, daar gaan we:

De rampen in Japan.Wat is daar nu voor positiefs over te bedenken.

Wel, we zijn anders gaan denken over de inzet van kernenergie, als

het gaat om het energievraagstuk op te lossen.

Maar die Tsunami dan. De mens denkt alles te kunnen beheersen,

ook de natuur en diezelfde natuur heeft weer even laten zien wie er

uiteindelijk de baas is in de wereld.

De toestand in Libië.

Weer een dictator die zijn macht en gezag aan het verliezen is.

Uiteindelijk worden ook zij ter verantwoording geroepen en loopt het

slecht met hen af.

De economische crisis dan. Allereerst de vraag: is er wel een

economische crisis of wordt die gebruikt om het ontslagrecht te

versoepelen, versnelt het resterende groen te kunnen asfalteren, de

pensioenleeftijd te verhogen en de maximum snelheid op te

schroeven naar 130 km per uur. Ineens was er tijdens de kredietcrisis

een babyboomgeneratie, die loopt te potverteren, asociale 50-plussers

die alles opmaken en niets overlaten voor de jonge generatie.

Komt de crisis wel niet opvallend gelegen? Dit gevraagd hebbende

kunnen we als positief punt ten aanzien van de kredietcrisis stellen,

dat er een crisis is als beleidsmakers vinden dat er een crisis nodig is

om hun gedachtegoed te verwezenlijken. Dit wetende betekend dus

dat er eigenlijk geen crisis is, nooit een crisis is geweest en er nooit

een crisis zal komen. Kijk en dat is weer een prettig idee.

Alleen beginnen sommige lezers zich nu echt af te vragen, wat dit

G. B. J. Hilterman-praatje in hemelsnaam met een volkstuin te maken

heeft. Alles en niets beste mensen. De volkstuin maakt onderdeel uit

van onze samenleving, zeker wanneer per 1 april de hekken weer

open gaan. Politiek en samenleving zijn onlosmakelijk met elkaar

verbonden. Dus de volkstuin heeft alles met politiek te maken.

En dan zijn we eindelijk waar we wezen moeten:

de tomaat, de tomaat?, jawel, de tomaat.

Momenteel staan de tomatenplantjes nog in de luiers op de

vensterbank peuter te wezen, maar ze groeien voorspoedig en weldra

zullen de plantjes in de kas vrucht gaan dragen. En diezelfde rode

tomaat staat symbool voor de Socialistische Partij van Emile Roemer.

Nu hebben wij ons voorgenomen ons politiek zo neutraal mogelijk op

te stellen voor de buitenwereld, want je weet maar nooit wie er door

je brievenbus staat te z**ken als je even niet oplet, dus hebben we dit

jaar behalve rode tomaten, ook gele tomaten, groene tomaten en

zwarte tomaten gezaaid.We kunnen niet kiezen als het ware.

Kiezen wij voor rode tomaten, dan zijn wij socialisten.

Kiezen wij voor oranje tomaten, dan zijn wij koningsgezind en dus in

de meer rechtse hoek te vinden.

Zwarte tomaten dan. Hier doen we maar het zwijgen toe, dat hoofdstuk

is ruim 65 jaar geleden voorgoed gesloten hoop ik.

Groene tomaten dan maar, milieubewust, energiebesparend, maar

wel weer voor een missie in Afghanistan.

Rest ons de gele tomaat. Geel staat niet voor een politieke voorkeur,

is neutraal (hoewel…. urine is ook geel toch!?). Geel staat symbool

voor het voorjaar, het gele kuikentje, het eigeel van het Paasei, de

gele narcis, de gele forsythia. De gele tomaat kan veilig gekweekt

worden, niemand die je er op aan kijkt. Geel is de toekomst en het

zal mij niet verbazen wanneer er te zijner tijd een politieke partij

opstaat, die geel als herkenbare kleur hanteert met een gele tomaat

als logo: “Wordt het U teveel, stem geel !”.

                                                                                                      Fred

WZZO © 2011 • R.A.C. Foppen