de vondelier mei 2001

De scherpe tuinder heeft ze al ontdekt: de bijen-kasten staan  voor de kop van de gereedschapshuur.

In het volgende krantje komen we met nadere mededelingen over het gebruik van aggregaten.

In het normale maatschappelijke verkeer is het gebruikelijk dat mensen afschrijven als men verhinderd is.    

De werkcommissie ondervind dat men dat niet doet.  Ik vind dit een gedrag welke niet bij volwassen mensen hoort.   Bent u het oneens met mij laat het dan weten.

                                                                                          Willem van Wonderen

Gehoord en gezien en……..

Wat zijn jullie toch een geluksvogels. Hoe ik dat bedoel? Nou als ik zo over de tuinen vlieg zie ik daar allemaal leuke huisjes, tuinhuisjes, blokhutten of schuurtjes, het is maar hoe je het noemen wil. Ik hoor zelfs mensen die praten over “mijn buitenhuis, chalet of zelfs mijn villa. Dat lijkt mij wat overdreven want als je met mij over Haarlem zou kunnen vliegen …. Jonge, jonge, daar staat wat moois, alleen of dat van wit- of zwart kapitaal is gebouwd, wie zal het zeggen. In ieder geval wat bij jullie op de tuin staat is best mooi en eerlijk verdiend..

Maar nu even terug waarom jullie van die geluksvogels zijn. Bijna allemaal een dak boven je hoofd en dat is in deze tijd van storm en regen toch wel een waardevol bezit. Ik zit hier hoog in mijn boom met enkel wat takken boven mijn kop en dat is met een fikse hagelbui toch niet zo geweldig, maar ja, dan had ik maar geen Ekster moeten worden. Nee, dan kun je beter slechtvalk zijn. Waarom? Moet je zien hoe daarvoor gezorgd wordt. Eerst wordt er een mooie staten  mast in elkaar gelast, jonge, jonge, wat een vonken geeft dat lasgedoe van jullie, maar dan komt er ook nog bovenop die paal een complete bungalow te staan. Wat een luxe en ik moet zeggen ik gun het die slechtvalk wel want we zijn tenslotte collega’s, we zijn allebei roofvogels en dat zullen die muizen weten.  Maar waarom moet hij nou zo’n mooi huis en ik helemaal niks. Neem nou dat bijenvolkje dat achter jullie winkel staat. Ook al in drie van die mooie huizen en wat mij het meeste ergert, het moet echt mooi weer zijn anders komen ze niet eens buiten.  Zorgen jullie wel voor VEEL bloemen anders is dat bijenvolkje niet tevreden hoor, daar komt nog bij dat als ze ontevreden zijn heel  vervelend kunnen worden, zo erg zelfs dat ze wel eens kunnen gaan steken. Dat doen ze ook als je te dicht bij hun huis komt, DUS NIET DOEN dan blijven het hele vriendelijke beestjes.  Ik moet maar even een schuilplekje opzoeken want er komt me daar weer een hagelbui aan,brrrr…                Trouwens ik heb gezien dat jullie er alweer heel wat aardappelen in hebben staan. Wat dacht je ervan om die stakkers maar zwemles te geven. Trouwens ik zag die vrolijke kopjes van de uien, ook alweer boven de grond. Soms liggen er ook wat bovenop de grond maar   daar moet je mij geen schuld van geven hoor, het zijn die zwarte rotkraaien die dat flikken. Ik heb al vaak tegen ze gezegd, laat die tuinen nou met rust. Maar niks hoor, ik krijg een regiment scheldwoorden naar mijn kop en ze gaan gewoon door. Als je ze nog in de grond moet zetten, zorg dan dat er niet van die lange slierten boven de aarde komen, want dan heb je dat zwarte tuig mooi te pakken omdat ze dan jou ui niet kunnen pakken en ik maar lachen boven in de boom.  Alle vogels nog aan toe, het is al laat geworden. De Mooie Nel wordt weer Donkere Nel en dat betekent voor ons vogels, je veren opschudden en je takkenbos in. Tot de volgende keer en als je me boven de tuinen ziet vliegen, toe, zwaai eens een keer.

                                                                                                                                    De Ekster

Het nieuwe seizoen gaat weer van start en komt alles op onze tuinen weer tot nieuw leven.

We gaan weer met enthousiasme aan de slag om onze tuinen en het totale complex een mooi aanzien te geven.

Bij zo'n nieuw begin leek het mij goed, om met onze voorzitter eens een gesprek te hebben.

Onze laatste gesprek was alweer ruim een jaar geleden n.l. december 1999. Ik wil de toen

gestelde vragen met antwoorden nu wel eens met hem evalueren.

Interview met onze voorzitter de heer W. van Wonderen

Zo begint hoofdstuk 1 met het uitgangspunt van het bestuur, dat men

het grote aantal nieuwe leden, niet uit het oog wil verliezen, met dien

verstande, dat juist deze mensen zich bij ons thuis zullen voelen.

     Is dit naar jouw inzicht ook gelukt

     met het in acht nemen van de juiste spel- en leefregels.

     die wij allen op dit complex behoren na te leven!

Dat lukt aardig, dacht ik zo. Om te beginnen: als deze nieuwe mensen

bij ons binnenkomen voor de eerste kennismaking en informatie, dan

gaan wij (van het bestuur) ook de ronde met hen maken.

Dan bespreken wij automatisch, veel al in grote lijnen, de hoofdregels

die wij op ons complex behoren na te leven, maar dat deze regels

natuurlijk zo behoren toegepast te worden, dat men zich ook bij ons

wel thuis moet kunnen voelen. En zie daar, ze komen toch naar ons

toe. Maar ja, ik begrijp toch wel de wat achterliggende vraag van jou,

betreffende die leefregels. Daar kan ik dit van zeggen: het afgelopen

jaar hadden we natuurlijk geen tuincommissie en daarmee zijn de

begrippen van goed en minder goed wat verder uit elkaar komen te

liggen. Maar nu we gelukkig weer een tuincommissie hebben, heb ik

er het volste vertrouwen in, dat hier en daar de zaken wel weer goed

op orde kunnen gaan komen.

Voordat deze nieuwe commissie van start is gegaan, hebben we

natuurlijk over deze begrippen van goed en minder goed, nog eens

duidelijk met elkaar afgesproken, dat de ontstane achterstand op niet

al te lange termijn, weggewerkt moet worden, zodat ons complex het

aanzien krijgt, wat het ook behoort te hebben.

In dit zelfde hoofdstuk komt ook al het Vondeltracé aan de orde.

Met al het geduld wat opgebracht zal moeten worden t.a.v. de

gemeente en diverse belanghebbende instanties.

     Kun je over de huidige situatie ons nu nog iets nieuws vertellen?

Ja, zoals het momenteel nog is, is men aan het onderzoeken voor de

mogelijkheid van een tunneltracé.

Al hoewel het nu al weer een poosje stil is rond dit onderwerp.

Maar van mijn kant, heb ik al wel meteen in het eerste begin met de

gemeentelijke instanties afgesproken, dat als er gekozen wordt voor

een tunnel, dat er in een vroeg stadium ook geld vrijgemaakt zal

moeten worden voor de begroeiing rond het tracé.

Anders zit je de eerste komende jaren met een grote open bak, met

veel lawaai er in en omheen. Dus eerst beginnen met de afbakening

van dat tracé met bomen en struiken. Dat, als het over een paar jaar

klaar is, er ook al een redelijke geluidswering is ontstaan.

De hiervoor verantwoordelijke instantie had hier wel oren naar en we

hopen dan ook maar, dat hier gehoor aan wordt gegeven.

Zoals het er naar uit blijkt te zien, gaat het hele tracé zo rond de

100 miljoen gulden kosten.

Als laatste in dit hoofdstuk wordt genoemd het ledenaantal dat

onze vereniging rijk is.

     Is dit nog zo en hoe groot is b.v. onze kandidaat ledenlijst?

Ons complex is eigenlijk praktisch vol en we hebben een bestand van

ongeveer 10 kandidaat leden.

In hoofdstuk 2 was de vraag hoe onze mensen het doen t.o.v.

andere volkstuinen, al is die van ons nu een recreatietuin.

     Zijn hier nou grote veranderingen te bespeuren?

Ik denk dat ik mag veronderstellen, dat wij het als vereniging best wel

goed doen, want dat blijkt ook zeker uit het volgende; zie de

kandidatenlijst, waarmee we het kleine verloop kunnen opvangen.

Natuurlijk profiteren wij ook van het feit dat wij een recreatie tuin

hebben en dat ons complex nieuw is.

Ik hoor zelfs dat er andere volkstuinverenigingen zijn, die moeten

adverteren om nieuwe leden binnen te krijgen.

Hoofdstuk 3:

In dit hoofdstuk kwam de vraag of je tevreden was met de

tijdsfactor betreffende aanleg van pad en opbouw va schuur en

verenigings- gebouw, inclusief de binnenafwerking.

Hierin gaf jezelf toe, dat er hard gewerkt was door een aantal van

onze mensen, maar dat er in de aanpak en volgorde van werken

(logistiek) niet alles goed was gegaan.

     Hoe is je reactie nu op dit moment. Het gebouw staat nog

     steeds ongebruikt. (behalve te toiletten)?

Van de verwarming is een deel gedaan. Radiatoren en ketel zijn

geplaatst. Nu moeten de leidingen nog getrokken worden, wat in dit

seizoen klaar komt. Veder hebben wij mensen gehad, die het van

ons wilden huren en dit was al in een ver gevorderd stadium, maar

dit hebben we afgeketst om rede dat we geen sleutels afgeven aan

huurders. Er moet altijd iemand van onze vereniging zijn, die de

hekken en van het gebouw de deuren open moet doen, de koffie zet

en daarna weer alles af moet sluiten. Dat valt bij sommige

verenigingen niet in goede aarde, want die willen alles zelf doen.

Wij zeggen daar dan tegen, dat we het beheer in eigen hand willen

houden. Dat is dus de reden, dat ons gebouw nog niet in gebruik is.

Een ander initiatief is, dat we inspelen op een programma dat heet

"Rondje Haarlem". Daar bedoelen we mee, dat er in de gemeente

Haarlem een circuit is van fiets- en wandelpaden. Dit zijn routes waar

recreatie en b.v. bezienswaardigheden aan liggen zoals ons complex.

Voor dit initiatief willen we proberen om hier in opgenomen te

worden, zodat we vanuit dit gebeuren mensen binnen krijgen.

Ook hier zal nog veel geregeld moeten worden.

Zoals ten aanzien van de bezetting van de kantine.

Hoofdstuk 4:

Deze vraag behandelde de toen afredende bestuursleden en het

werven van de daarvoor nieuwe kandidaten:

     Is de samenstelling van het bestuur nu voldoende en is het

     nu zo, dat de bestuursleden nu niet meer belast worden met

     meerdere taken, want dat was toen de doelstelling?

Ja, ik kan nu wel zeggen, dat de verdeling van diverse taken beter tot

goed geregeld is.

Zoals het in voorgaande jaren soms was, met drievoudige functies.

Dat is nu niet meer en we hebben het nu aardig op orde.

Hoofdstuk 5:

Je merkte toen al op, dat er commissies waren, waar het heel

moeilijk ging.

Je zegde ook toe, per commissie afspraken te maken en met hen

lijnen uit te zetten voor de juiste aanpak en werkwijze.

Ook de onderlinge communicatie zou prioriteit krijgen.

     Hoe vind je onze commissies functioneren?

Allereerst zijn we begin dit jaar begonnen om met alle commissies

gesprekken te voeren. Dus dat is aangepakt en dan met speciale

aandacht voor de tuincommissie om rede, dat deze weer geheel

vernieuwd moest opstarten. Ook de aktiviteiten commissie bruist van

de plannen.

Samengevat vind ik, dat alle commissies zeer goed functioneren.

Hoofdstuk 6 en 7:

     Vangt het bestuur nog steeds de signalen op, die de leden

     uitspreken in de intervieuws die ik met deze mensen heb?

Ja, die vangen we zeker op. De signalen en vele vragen van de leden

zijn op de jaarvergadering beantwoord en daarnaast vermeld ik

tussentijds ook het een en ander in "De Vondelier". Ook ontmoet je

persoonlijk veel mensen met vragen, die je dan ook beantwoord.

Hoofdstuk 8 en 9.

     Het gevoerde beleid van het bestuur zoals communicatie,

     mensen inspireren ten aanzien van extra werkzaamheden,

     info naar de leden toe wat betreft zieken, jubileum,

     geboorten en overlijden met de rubriek "Wel en wee van

     onze tuinleden"?

Beleid in communicatie en inspireren van de mensen doen we o.a. in

het nieuwe seizoen op de volgende manier. B.v. door in de

samenstelling van de werkbeurt groepen niet meer uitsluitend de

opvolgende tuinnummers te nemen, maar deze door elkaar te mixen,

zodat je met de werkbeurt nu met heel andere mensen samenwerkt.

Zo worden er weer hele nieuwe contacten gemaakt.

Iets anders is de rubriek `Wel en Wee`, dat ligt toch wat gevoeliger.

De informatie hiervoor krijg je soms maar moeilijk binnen en niet

iedereen wil dit gepubliceerd hebben.

Daardoor wordt het niet makkelijk om hier iets over te schrijven.

Beste Willem, vraag 10 houdt in dat we er nu mee gaan stoppen.

Er is al zoveel informatie op ons afgekomen. Eventuele verdere

onderwerpen laten we liggen voor de volgende keer.

Ook dan moeten we proberen ons blad weer gevuld te krijgen.

Wel wil ik je bedanken voor deze lange babbel en we zullen maar

zeggen tot de volgende keer.

                                                            Bas, redactie.

Op 21 april was de tweede werkdag,

Er hadden 15 man moeten zijn, helaas zijn er slechts 9 gekomen,

6 mensen zijn zonder meer weggebleven.

We verwachten dat ze op een andere dag alsnog hun werkbeurt

zullen inhalen.

Desondanks is er toch weer flink werk verzet.

Tuin 82 moest `ontgonnen` worden.

Deze tuin had namelijk een grasmat waar de `Arena`jaloers op zou

zijn, 5 man zijn hier mee bezig geweest.

De tuin zal in tweeèn weer uitgegeven worden.

Twee man hebben de sloot aan de zuidzijde weer verder onder

handen genomen. Het riet groeide alweer boven het water uit en zit

stevig in de bodem vast. Hier is dan ook 5 jaar vrijwel niets aan

gedaan. Er zal hier nog regelmatig aan gewerkt moeten worden.

Tenslotte hebben de dames het terras bij het clubhuis onkruid vrij

gemaakt. Dat ziet er dus weer netjes uit.

Ondanks de lage opkomst is het toch weer een vruchtbare werkdag

geweest.

                                                       De werkcommissie

Kunnen egeltjes zwemmen.

     "Wat heeft Marja daar nou in de tuin?", hoorde ik een tijd geleden

     vanuit de tuin van mijn buurvrouw Maria. "Dat is een takkenwal,

     ik probeer egeltjes te lokken", riep ik over de haag.

     "Maar weten jullie dat"vroeg ik er snel overheen", kunnen

     egeltjes eigenlijk zwemmen?" Ik had het me al eerder afgevraagd.

     Zou naar ons complex, zo helemaal omringd door water,

     ooit wel eens een egeltje de weg vinden?

Dat egeltjes nuttig zijn dat hoef ik niemand op de tuin te vertellen.

Ze eten slakken en muizen en daar hebben de meeste van ons er meer

van dan ons lief is. Maar, kunnen egeltjes ons complex bereiken????

Ik besloot over mijn vraag "Kunnen egeltjes zwemmen?", mijn licht

op te steken op internet.

Ik tikte in ëgel + zwemmen"en daar rolden vele publicaties over het

scherm. Ik koos het artikel "Wetenswaardigheden over egels" op de

website van de Stichting Egelopvang Nederland(www.egelopvang.nl).

En ja hoor, daar stond het "Egels kunnen goed zwemmen, alleen

tegen steile kanten kunnen zij niet opklimmen".

     Nou egels kom maar op,

     wij hebben oevers met prachtige glooiende kanten!

Egels leven overal waar voedsel is en waar geschikte schuilplaatsen

zijn. Aan het eind van dit stukje zal ik beschrijven hoe je voor een

goede egelbehuizing kan zorgen. Maar eerst wat wetenswaardigheden

over de egel die ik in het eerder genoemde artikel vond.

     Uiterlijke kenmerken en voortplanting

Egels leven al 50 ,iljoen jaar op aarde en voorgangers van de

huidige soort zijn er al tussen de 15 en 20 miljoen jaar.

De egel behoort tot de orde van de insecteneters.

Alle egels zijn zoolgangers d.w.z. dat bij het lopen de volledige

voetzool de grond raakt. De mens daarentegen is een halfzoolganger.

De egel heeft een tamelijk lange kop, spits en kegelvorming.

Hij heeft een dikke spierkap met een stekeldragende huid op zijn rug

Die bij het oprollen zijn hele lijf verbergt.

Dit oprollen doet hij door de spierkap als een stijve zak over zijn

lichaam samen te trekken, de pennen richten zich dan op.

Met zijn bolle kraaloogjes ziet een egel slecht. Des te beter kan hij

ruiken. In gezonde toestand heeft hij een natte neus.

Na 9 tot 11 maanden is de egel in staat zich voort te planten.

Mannetjes kunnen 's nachts soms wel 2 tot 3 kilometer lopen op zoek

naar een vrouwtje.

De paartijd loopt, afhankelijk van het weer van ca. mei tot september.

Het wijfje krijgt per zomer 1 of 2 maal een nest. Meestal worden er 5

tot 7 jongen geboren. Drie maanden na de geboorte zijn de jongen

zelfstandig en worden ze door de moeder verdreven.

De jongen blijven vaak bij elkaar, ook tijdens de winterslaap.

Dit vergroot hun levenskansen.

     Hoe leeft een egel?

De natuurlijke leefomgeving van een egel is een bosrijk gebied.

Ze kunnen zich daar goed verstoppen en nestmateriaal vinden.

Tegenwoordig leven ze overal waar voedsel is en geschikte

schuilplaatsen zijn.

Ze vermijden vochtige gebieden want ze willen een droge schuilplaats.

Egels bekleden hun nest met bladeren, planten, mossen en grassen.

Ze slepen dit in hun bek naar hun schuilplaats. Dit kan een zelfgemaakt

hol zijn, maar ook een holle boomstam, een konijnenhol of onder oude

stallen of heggen. Als de schuilplaats hem bevalt, kan hij het jaren

aanhouden om er overdag te slapen.

Het zelfgemaakte egelnest wordt in elkaar gedraaid.

Hij sleept het nestmateriaal naar de uitgekozen plek, maakt een hoop,

graaft zich in en begint te draaien. Zo ontstaan er dicht op elkaar.

gepakte bladeren die de wanden van het nest vormen.

Deze wanden kunnen wel 20 cm dik zijn.

Een aantal keer per nacht is de egel actief, hij slaapt ongeveer 18 uur.

De egel is wakker in lengte, zomer en herfst.

In de herfst slaat hij een vetvoorraad op, waardoor hij tijdens zijn

winterslaap kan overleven.

Als het kouder wordt en er niet voldoende voedsel meer is, zoekt de

egel een beschut plekje voor die winterslaap. Onder een heg, een

houtstapel, compost of bladhoop maakt hij een nest van blad, takjes

en ander materiaal. Wanneer hij vet genoeg is-jonge egels vaak pas

in december, oudere egels al eerder-zoekt hij dit nest op.

Zo'n winterslaap is veel dieper dan een gewone slaap: zijn

lichaamstemperatuur daalt naarmate de omgeving kouder is, en kan

van 38 graden dalen naar 4 graden. Zijn hartslag daalt van 100 tot

150 keer per minuut naar 20 keer per minuut.

Zijn ademhaling gaat nog maar heel langzaam.

Door alle energieverbruikers op een laag pitje te zetten, kan de egel

het zonder eten of drinken wel een half jaar uithouden.

     Nuttig voor het milieu.

Egels zijn nuttige dieren. Zij eten veel voor ons schadelijke insecten

en slakken. Ook zijn zij grote opruimers van aas, weggegooid voedsel

en fruit. Op regenwormen zijn zij dol.

Het is in ons eigen belang egels te helpen in hun voortbestaan.

Egels ziet men niet dagelijks.

Ook dit dier moet wijken voor stadsuitbreiding en wegenaanleg.

Daarnaast zijn land- en tuinbouwgif, water en bodemverontreiniging

oorzaak van ziekte en sterfte onder de egels.

De toename van de verkeersdruk eist steeds meer slachtoffers.

Het aantal egels gaat achteruit. Daarom staat de egel op de lijst van

beschermde dieren in de Natuurbeschermingswet.

Het is dus verboden een egel te verstoten, te doden of mee naar huis

te nemen.

     Vrij rondlopende egels.

Egels worden vaak 's avonds rondscharrelend in de tuin gezien, waar

hij een welkome gast is omdat hij de voor ons schadelijke dieren eet:

slakken, rupsen, larven, kevers, jonge muizen en aas.

Ook eet hij wel mieren, wormen, pissebedden, spinnen, kikkers,

padden en soms zelfs bijen en wespen.

Egels maken een hoop herrie onder het eten.

Ze smakken en snuiven er op los. Bij woede gilt een egel.

Luid snuffelen en sissen zijn geluiden die hij bij opwinding maakt.

Doordringende angst- of pijnkreten klinken als het krassen van een

ijzerzaag. Egelbabies tsjilpen als vogels als ze honger hebben of als ze

hun moeder zoeken.

     Gevaren voor egels.

Egels hebben weinig natuurlijke vijanden. Maar roofvogels en grote

uilen hebben maling aan hun stekels. Met hun grote klauwen en

harde snavel trekken ze hem in stukken. Dassen, bunzingen, wilde

zwijnen en vossen maken zieke of gewonde egels buit.

Inwendige en uitwendige parassieten kunnen hem ook het leven

kosten. De meeste parasieten krijgt een egel binnen bij het eten van

slakken en insecten.

     Het grootste gevaar schuilt echter in de mens.

     Het eten van slakken, mollen of muizen die gedood zijn

     door slakkenkorrels of ander gif, is dodelijk voor egels.

Rondslingerende (jam)potten, blikjes, plastic buizen of ijzerdraad zijn

een gevaar voor egels die overal hun neus insteken en vast kome te

zitten.

Netten die over fruit worden gehangen tegeln vogels, moeten minstens

30 cm boven de grond hangen, anders kan een egel er in verstikt

raken, wat snijwonden en flinke onderkoeling ten gevolge kan hebben.

Algemeen:

Geef egels nooit melk te drinken, de lactose in melk geeft ernstige

darmklachten. Hij krijgt ernstige diarree en zal door uitdroging sterven.

     Wat kunnen wij doen om egels een geschikte

     overwinteringsplaats te geven?

- Zorgen voor kompost- of bladhopen in de tuin.

- Een egelhuis bouwen: een houten huis is goed als het op stenen

  staat en ventilatiegaten aan de achterkant heeft.

- Het moet bedekt worden met veel tuinafval.

Op de tekening staat een schema om zelf een egelbungalow te

bouwen.

Om te beginnen is een beschutte plaats onder b.v. een boom of

struiken geweest.

Hier kunnen dan 4 stoeptegels als basis worden gelegd.

Het hok zelf bestaat uit een buitenhok en een binnenhok.

Het buitenhok kan van verschillend materiaal: betonplex gaat heel

lang mee. Het binnenhok kan en kartonnen doos zijn.

Voor isolatie moet er een plaatje piepschuim onder.

Erin kan droog blad of in reepjes gescheurde kranten (geen stro of

hooi dat gaat tussen de stekels zitten). Als dak van het slaaphok kan

karton of een stapeltje kranten worden gebruikt.

Is in het voorjaar de egel uitgeslapen dan kan het oude slaaphok

worden weggedaan en vervangen door een nieuw schoon binnenhok.

                                                                         Marja.