de vondelier nr. 2 2014

Het hoe en wat wat betreft de werkbeurt

Wist je, dat als je iets leest en ondertussen af en toe met je

ogen draait of knippert, je dat wat je leest beter kunt

onthouden, omdat er dan tegelijkertijd iets in de linker als

in de rechter hersenhelft gebeurt.

Dit is geen fabeltje hoor! Onze vraag is dan ook of je tijdens dit stukje

af en toe met je ogen wilt knipperen of draaien.

We willen namelijk even wat aandacht vragen voor een kwestie die

we al vaker aan de orde hebben gesteld en waarvan de essentie bij

een aantal tuinders maar niet wil door dringen.

Wat is het geval:

Regelmatig ( te vaak) blijft het voorkomen dat mensen niet opletten

wanneer ze aan de beurt zijn voor hun zaterdagse werkbeurt of het

op een andere manier vergeten of vergeten door te geven als ze de

beurt willen verzetten.

Het gevolg daarvan is, dat we met een zeer wisselend aantal mensen

per werkochtend te maken hebben, wat het plannen van de

werkzaamheden moeilijker maakt.

Bovendien voelen we ons ook te weinig serieus genomen in het werk

dat we doen.

Uiteraard, zoals we ook steeds zeggen, kan iedereen zijn werkbeurt

verplaatsen als dat nodig is.

De procedure die daarvoor geldt, is liefst via een mail aan

Henk Klaassen (zie voor het adres in de Vondelier op de pagina waar

het werkschema staat) of even bellen met Henk (knipper je onder

tussen een paar keer met je ogen?).

Als er niet aangegeven wordt op welke dag je in kunt halen,

dan wordt je automatisch de eerst volgende keer ingedeeld.

We hopen dat de boodschap bij de juiste mensen overkomt

en dat we op ieders medewerking kunnen rekenen.

                                                  Vriendelijke groeten, De Werkcommissie

Plantenruilbeurs 25 mei

Waar ? bij WZZO !

Aanvang 10 uur

Startsein 10.15 uur

Wat is de bedoeling:

iedereen kan zijn overtollige planten, stekjes of zaaigoed aanbieden

- om 10 uur verzamelen en je spullen neerzetten.

- je mag even bij je buren kijken maar nog NIET beginnen met ruilen.

- om 10.15 gaat er een fluitsignaal af,

dit is het start sein om te gaan beginnen.

Vaak is het ruilen met 20 minuten klaar.

Als je het goed hebt gedaan zijn je overtollige planten,

stekjes e.d. weg en heb jij wat nieuws.

Het leuke hiervan is je hoeft niet te kopen en niet weg te gooien.

Kom ook !

Met vele tuinders maken we er een leuk evenement van!

John C., Natasja, Elly

De aardappel

De aardappel is afkomstig uit Zuid Amerika en werd door de

Spanjaarden rond 1530 ontdekt in het huidige Peru.

De Inca’s verbouwden aardappelen vanaf de 2e eeuw van onze

jaartelling, maar de cultuur in Europa kwam traag op gang.

In Nederland werd de eerste aardappel in de Hortus in Leiden

geplant tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Hij werd beschouwd

als een botanische plant met  geneeskrachtige eigenschappen.

Vanuit Leiden kwam de aardappel in

andere kruidentuinen terecht, zoals die van Groningen en Amsterdam.

Pas in het begin van de 18e eeuw werden aardappelen in Nederland

op enige schaal verbouwd. In die tijd werd hij beschouwd als

varkensvoer, hoogstens geschikt voor de allerarmste mensen.

Inmiddels kennen we in Nederland zo’n 250 rassen.

Elk ras wordt voor een specifiek doel geteeld, b.v. chips, of een

kruimige aardappel bij groente en een stukje vlees.

Om er voor te zorgen dat aardappelen op een milieuvriendelijke

manier worden verbouwd hebben telers, handelaren en fabrikanten

afspraken gemaakt en vastgelegd in het Milieuactieplan Aardappelen.

Het gaat hierbij over het minder gebruiken van kunstmest en

chemische middelen om de aardappelziekte te bestrijden.

Daarnaast gaan meer en meer boeren over op een biologische

manier van telen, waarbij helemaal geen chemische middelen en

kunstmest worden gebruikt. Deze aardappelen kun je gelukkig steeds

vaker ook in de supermarkten kopen.

Aardappelen zijn heel gezond.

Er zitten eiwitten, zetmeel, ijzer, vitaminen en vezels in.

Geen vet en weinig calorieën.

Leve de lente !

Ook zo genoten van de winter met zomerse temperaturen?

Het groen springt uit zijn voegen.

Dus snel de tuinschoenen te voorschijn gehaald, de spinnenwebben,

muizennestjes, en andere rommeltjes eruit geschud en ze

aangetrokken om de tuin klaar te stomen voor het poot en zaaigoed.

Het nadeel van de tuinschoenen is dat ze meestal hun beste tijd

gehad hebben ( daarom bombarderen we ze ook tot tuinschoenen) ,

en daardoor kunnen zowel aan d

kapot zijn, die de voeten kunnen beschadigen.

Let dus op omgekrulde stukjes voering in de neus van de schoen,

te dunne zolen, lekke zolen enz.

Zorg voor "goede" oude schoenen die comfortabel zitten en de

voeten goed beschermen voor het scherpe tuingereedschap.

Zijn de tuinschoenen te oud geworden en aan vervanging toe,

dan zijn onderstaande tips handig om van uw oude goede schoenen

nieuwe oude schoenen te maken, en nieuwe nieuwe schoenen aan te

schaffen. Snapt u het nog?

Deze 10 adviezen maken dat lopen weer leuk wordt!

1. Vertel aan de verkoper/ster wat voor voetproblemen er zijn

    en de vermoedelijke oorzaak.

    Zeker wanneer er sprake is van diabetes of reuma.

2. Let erop dat uw voeten gemeten worden, zowel

3. Neem alle tijd, want een vakbekwame winkelier

    laat u veel schoenen passen.

4. Vraag bij het passen om ook op een harde vloer te mogen lopen.

    vloerbedekking geeft soms een vertekend beeld.

5. Let op een stevige maar soepele loopzool.

6. Accepteer geen schoenen die knellen, want schoenen lopen niet uit

7. Vraag naar de kwaliteit van het bovenleer, want leder van een

    goede kwaliteit heeft de juiste rekrichting.

8. Vraag welk tijdstip van de dag het beste is om ongestoord te passen

9. Vraag aan de verkoper/ster alle gegevens te noteren op een kaart.

    Makkelijk voor de volgende keer.

10. Koop voor iedere dag prettig passende wandelschoenen en koop

      voor bijzondere gelegenheden goed zittende modeschoe

Met vriendelijke groet, Erna Stolwijk, de pedicure met de groene vingers.

De veenmol

Tijdens het omwerken van de grond onder de bessen stekken

kwam er ineens een te voorschijn: een veenmol.

Hij probeerde zich in een soort van paniek snel uit de voeten

te maken door zich in te graven, maar ik had hem nog net te pakken.

Wat met hem aan te vangen?

Voorlopig eerst maar eens in een afgesloten ton met naar groenafval.

Wat nagevraagd bij de ervaren tuinders, nou buurvrouw dat is niet

best, die beesten vreten alles op, vooral de aardappelen, trouwens

ook verder alles wat met wortels onder de grond groeit (en wat doet

dat niet?). Moet ik de oogst van dit jaar al afschrijven?

De veenmol is een vrij zeldzaam soort krekel die wel 5 cm lang kan

worden. Hij leeft onder de grond en is ’s nachts actief.

Hij maakt gangen van een vinger dik net onder het grondoppervlak.

Hij schuilt vaak onder de planken op de tuin, en kan ook goed

zwemmen met zijn graafpoten.

Hij schijnt voornamelijk de kleine insecten en andere bodemdiertjes

te eten die te vinden zijn in losse, humusrijke grond (de omgewerkte

grond van de moestuinen zijn zeer geschikt, vandaar zijn voorkeur

voor volkstuinen) maar hij eet ook wel wortels van planten.

Je komt ze voornamelijk tegen van eind april tot eind mei.

Eind april komen ze uit hun winterslaap.

In de schemering houden de mannetjes dan een soort baltszang,

die klinkt als het geluid van de nachtzwaluw.

Veenmollen zijn inmiddels vrij zeldzaam en daarom wettelijk

beschermd via de Flora en Fauna wet.

Er zijn werkgroepen van Stichting Landschapsbeheer die proberen om

het leefgebied van veenmollen in kaart te brengen, b.v. in Zeeland.

Je kunt dus eigenlijk weinig doen als je er een vindt op je tuin.

- de veenmol heeft een voorkeur voor wortels,

  ze maken daaronder een nest. Op die plek kleurt het loof geel.

- je kunt een tijdelijke beschoeiing van planken rond de vakken

  aanbrengen, minimaal 20 cm diep.

- graaf valpotjes in, verplaats de gevangen dieren naar de slootkant.

Zoals ieder jaar zien we de winkelvoorraad heel snel minderen.

Alle pallets, die buiten naast de schuur stonden,

zijn naar binnen gesjouwd en ook al weer bijna verkocht.

De winkelruimte zo goed als leeg. Maar alles is nog wel voorradig,

heeft u nog plannen om artikelen aan te schaffen, wees er snel bij.

Wij hebben er een taak bij genomen, namelijk:

Het uitgeven van de rattenvallen !

Dit werkt als volgt: heeft u last van ratten,

dan kunt u in de winkel een val lenen, we hebben er drie.

We noteren naam en tuinnummer en de datum van uitgifte,

de bedoeling is dat u na ongeveer drie weken de val weer bij ons

inlevert, want ratten zijn zeer slim, het heeft daarna toch geen zin meer.

Dan kan een ander proberen wat te vangen, misschien moet er soms

gewacht worden, maar omdat we de datum noteren, weten we

wanneer een val weer beschikbaar is.

En zo houden we ook overzicht waar de vallen staan.

                                                     Namens het verkoopteam, Lida

B i j d e v o o r p l a a t . . . .

Inmiddels is het jaar op gang gekomen, tuintechnisch wel te

verstaan. Als ik dit schrijf, begin mei, hebben de meesten van ons

de mei vakantie achter de rug, de paasdagen goed doorstaan,

en de koningsdag overleefd.

Het weer is zeker niet onaardig geweest en de gewassen groeien lekker.

Wel veel slakken dit jaar en voordat je in de gaten hebt welke

onverlaat er nu weer van je tuin loopt te snoepen is het alweer te laat.

Geef de veenmol maar weer de schuld of de fazant.

Nee, het zijn die trage, dakloze schepels, die zich te goed doen aan

verse sla, opschietende (frappante woordkeuze Fred….!) peultjes of

de aardpeer. Dan toch maar mijn toevlucht gezocht bij die blauwe

korrels. Ik doe het niet graag, hoewel die slijmerige naaktslakken nou

niet meteen mijn grote sympathie koesteren.

Huisjesslakken daarentegen wel. Heeft u ze wel eens goed bekeken?

Vooral die grote wijngaardslakken zijn een lust voor het oog.

In de duinen kom je ze nog wel eens tegen. Hoewel……………

tegenkomen is een groot woord. Je komt wel eens een kennis tegen

als je aan de wandel bent, of een collega, of zomaar een vreemde.

Een slak kom je niet echt tegen. Je slaat niet de hoek om en je komt

een slak tegen. Je gaat er meer op staan of je ziet een slak (als je er op

let). Enfin, niet neuzelen. Vaak pak ik er eentje op een zet ‘m op de

rug van mijn hand. Vervolgens moet je even wachten aleer-ie

tevoorschijn komt. Beetje bij beetje komt de slak uit zijn huis en zet

vervolgens één oog op een steeltje en even later zijn tweede oog.

Dan gaat-ie de boel verkennen: de ogen op steeltjes kijken

afzonderlijk van elkaar rond en vaak lijkt het alsof-ie je even aankijkt.

Onweerstaanbaar is die drang, ja toch?, om de ogen voorzichtig even

aan te tikken, zodat de steeltjes subiet korter worden om vervolgens

toch weer te verlengen en je verwijtend aan te kijken.

Was dat nou echt nodig?

Nee, die naaktslakken zijn van een ander kaliber. Dakloos, slijmerig

en niet sympathiek om te zien. Vooral die hele grote. Die rubberen,

met die vieze kleur. Volgens mij hebben ze ook last van taai slijm.

Die met een huis zijn ook slijmerig, maar dat is minder vies om te

16 voelen dan die zonder huis. Bah, eigenlijk gewoon goor.

Eet maar lekker van die blauwe korrels en blijf van mijn sla af.

Soms helpt de natuur de mens een handje in de bestrijding van

ongedierte. Het is makkelijker een onsympathiek dier te verdelgen

dan een schattig pluizenbolletje. Ooit wel eens een tamme rat gehad?

Muizen? Wie had er als kind geen wandelende takken in een glazen

pot of bak, een kikker in een emmer, een sprinkhaan in een

lucifersdoosje (weet u nog?). Een behaarde tarantula ziet er ook

sympathieker uit dan zo’n kale dikke kruisspin.

Anderzijds zijn er genoeg mensen, nou ja, meestal vrouwen,

die bang zijn voor muizen en fladderende vogels.

Dan zijn er ook nog de meest vreselijke ziektes die onze gekoesterde

gewassen aantasten. De rillingen lopen over je lijf als je alleen al de

aanduiding hoort. Het gaat ook van kwaad tot erger.

Aardappelmoeheid. Ik kan er mee leven, kop op piepertje, even

uitrusten en dan weer verder! Maar bij aardappelschurft krijg ik al

plaatsvervangende jeuk. Broeipoten, jawel het bestaat en de chrysant

kan er last van hebben en die kan niet z’n sokken uittrekken.

Laat staan als je last hebt van knolvoet, dan trek je überhaupt geen

sok of schoen meer aan. Builenbrand: heb je al last van builen, staan

ze ook nog in brand. Dwergroest. Nooit geweten dat ze van ijzer

waren, maar toch sneu. Kroonroest, iets waar wij gelukkig geen last

van krijgen, dat is bestemd voor andere kringen. Hagelschotziekte,

nee dat komt niet alleen bij fazanten voor, maar ook bij bomen.

Wellicht stond de fazant voor de boom, maar dat is wetenschappelijk

nog niet bewezen. Maïskopbrand, ik verval in herhaling, maar heb je

al een kop als een maïskolf, staat-ie ook nog in brand.

Hoe zielig kan je zijn? Rattenkeutelziekte, slabobbelbladvirus,

slaapziekte: hallo wakker worden ! !

Houdt nauw verband met de aardappelmoeheid.

Wortelbrand bij bietjes. Eten we nu alweer bietjes?

Nee, nu staan ze in brand. Zwartbenigheid. Je gelooft je ogen niet.

Dokter, de aardappelen groeien zo slecht dit jaar.

Ik zie dat ze last hebben van zwartbenigheid.

Tweemaal daags weken in de soda, knappen ze lekker van op……..

Zwartsnot: ja, nou hou ik er mee op, ik ben er wel klaar mee.

Zwartsnot, hoezo zwartsnot. Kunnen we effe normaal doen.

Zo krijg ik natuurlijk helemaal geen hap meer door m’n keel.

                                                                                                  Fred